SCAN-INSTELLINGEN
4. Voer de gewenste output-resolutie in het
daarvoor bestemde vakje in.
• De waarden kunnen ook rechtstreeks in het vakje worden getikt.
• De output-resolutie kan niet worden veranderd wanneer het vakje voor
de eenheden op pixels is ingesteld.
5. De afmetingen van het uitsnede-venster worden
in de vakjes voor de input-maat weergegeven.
• Veranderingen kunnen direct worden ingevoerd, maar ook door slepen
van de randen/hoeken van het uitsnede-kader worden gerealiseerd.
• De waarden veranderen wanneer er een andere maateenheid is
gekozen.
• De grootte van het te scannen oppervlak kan niet worden veranderd
wanneer de input-maat is vergrendeld.
6. Voer de gewenste output-maat in (maximaal 3
cijfers).
• De output-maat wordt begrensd door de maximum resolutie van de
scanner.
• De waarden veranderen wanneer er een andere maateenheid werd
gekozen.
• De output-maat maat kan niet worden veranderd wanneer pixels als
eenheid is gekozen.
• De grootte van het te scannen oppervlak kan proportioneel worden
veranderd (binnen de grenzen van de resolutie) wanneer de output-maat
vergrendeld is.
7. Het vakje voor de input-scanresolutie wordt op de
laagste input-resolutie (scan-resolutie) ingesteld
die nodig is om de gewenste output-maat en -
resolutie te bereiken.
• Input-scanresoluties kunnen ook via het menu worden gekozen, of
door rechtstreeks intikken.
72