8.2
Checklist tijdens inbedrijfstelling
Het
minimum
debiet
ontdooien is gegarandeerd in alle omstandigheden. Zie
"Het watervolume en debiet controleren" in
voorbereiden" [ 4 14].
waterleidingen
Ontluchten.
Testen.
Stelmotoren testen.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
8.2.1
Het minimum debiet controleren
Verplichte procedure voor de secundaire zone
1 Controleer de hydraulische configuratie om te weten
welke ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen
worden door mechanische, elektronische of andere
kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten.
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
testen" [ 4 40]).
"8.2.4 Stelmotoren
(a)
4 Lees het debiet
af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
(a)
Tijdens het proefdraaien van de pomp kan de unit onder dit
vereiste minimumdebiet werken.
Aanbevolen procedure voor de primaire zone
INFORMATIE
De pomp van de secundaire zone zorgt dat het minimum
debiet voor een correcte werking van de unit is
gegarandeerd.
1 Controleer in de hydraulische configuratie welke
ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen worden
door mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten (zie vorige stap).
3 Maak een thermoaanvraag aan voor enkel de
primaire zone.
4 Wacht 1 minuut tot wanneer de unit zich heeft
gestabiliseerd.
5 Indien de secundaire pomp nog steeds werkt (de
groene LED op de rechtse pomp is AAN), verhoog
het debiet tot de secundaire pomp niet meer werkt
(LED is UIT).
6 Ga naar [8.4.A]: Informatie > Sensoren > Debiet.
7 Lees het debiet af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
Minimum nodig waterdebiet
12 l/min
8.2.2
Ontluchten
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
EHVZ04+08S18+23E
Daikin Altherma 3 R F
4P629092-1D – 2022.08
tijdens
back-upverwarming/
"5.3 De
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
en
schakel
de
werking
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Wanneer ontluchting in automatische modus gebeurt, is de
eerste ontluchting altijd voor de primaire zone en de
ontluchting die als tweede start is altijd voor de secundaire
zone.
Voor
de
warmtapwatertankcircuit, kies [A.3.1.5.2] Circuit=Tank
aan het begin van de handmatige ontluchting van de
primaire zone of van de secundaire zone.
Warmteafgevers of verdeelstukken ontluchten
We raden aan om te ontluchten met de ontluchtingsfunctie van de
unit (zie boven). Als u echter de warmteafgevers of verdeelstukken
ontlucht, dient u op het volgende te letten:
WAARSCHUWING
Warmteafgevers
of
Vooraleer u warmteafgevers of verdeelstukken ontlucht,
moet u eerst controleren of
van de gebruikersinterface wordt weergegeven.
▪ Indien dit niet het geval, mag u deze onmiddellijk
ontluchten.
▪ Indien dit wel het geval is, zorg ervoor dat de kamer
waarin u wilt ontluchten voldoende verlucht wordt.
Reden: Er kan koelmiddel in het watercircuit lekken en
dus ook in de kamer wanneer u de warmteafgevers of
verdeelstukken ontlucht.
8.2.3
Om te testen
INFORMATIE
Het proefdraaien is enkel van toepassing op de secundaire
temperatuurzone.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
In
werking
Ga
naar
[C]
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op
Installateur. Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
wijzigen" [ 4 28].
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het testen start. Het testen stopt
automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Als de buitentemperatuur buiten het werkgebied is, kan de
unit mogelijk NIET werken of kan deze mogelijk de vereiste
capaciteit NIET leveren.
8 Inbedrijfstelling
—
wijzigen" [ 4 28].
—
ontluchting
van
het
verdeelstukken
ontluchten.
of
op het startscherm
en
schakel
de
werking
—
—
Installatiehandleiding
39