Inhoudsopgave
Advertenties
4 BEDIENING
2,4 mm
9,8/11,2/12,7 mm
(0,094 inch)
(0,386/0,441/0,500 inc
3,2 mm
11,2/12,7 mm
(0,126 inch)
(0,441/0,500 inch)
4,0 mm
12,7 mm (0,500 inch)
(0,157 inch)
4.4
Slijpen
Wolfraamelektroden moeten volgens de onderstaande tabel worden geslepen:
LET OP!
Wolfraamelektroden moeten altijd in de lengterichting worden geslepen. Als ze
verkeerd geslepen worden, kan dit tot een instabiele boog leiden. Als de lasstroom
wordt verhoogd, moet de hoek eveneens worden vergroot.
Bij het lassen met wisselstroom (AC) moet het uiteinde van de elektrode licht gerond zijn.
Het slijpen van de elektrode is dan niet nodig. Licht slijpen van de rand is dan voldoende. Bij
gecontroleerde overbelasting vormt de elektrode zichzelf. Als de tip bolvormig wordt tijdens
het lassen met wisselstroom, is dit een teken dat het stroomniveau te hoog is ten opzichte
van de diameter van de gebruikte elektrode.
Lasstroom
20 A
20–100 A
100–200 A
meer dan 200 A
4.5
Buigen van de flexibele toorts
De levensduur van de flexibele toorts is
beperkt. De maximale buighoek is 45 graden.
De levensduur van de toortskop kan door
juiste techniek worden verlengd.
Zorg er altijd voor dat de toortskop door de
duim wordt ondersteund tijdens het buigen.
Dit voorkomt schade bij scherpe buigingen.
4.6
Toortsen met klep
VOORZICHTIG!
Gebruik geen TIG-toortsen met een ingebouwde klep in de toortshals bij lassystemen
die zijn uitgerust met een ontstekings- en stabilisatieapparaat.
0463 697 001
100-160
h)
130-180
180-230
Hoek elektrode
30°
30°-90°
90°-120°
120°
- 12 -
90-130
110-200
140-190
150-205
200-250
180-270
150-210
120-230
220-320
200-305
330-420
250-420
© ESAB AB 2021
Advertenties
Inhoudsopgave
