6 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen worden gesloten
(zie vorige stap).
7 Maak een thermoaanvraag aan voor enkel de primaire zone.
8 Wacht 1 minuut tot wanneer de unit zich heeft gestabiliseerd.
9 Indien de secundaire pomp nog steeds werkt (de groene LED
op de rechtse pomp is AAN), verhoog het debiet tot de
secundaire pomp NIET meer werkt (LED is UIT).
10 Ga naar [6.1.8]:
> Informatie > Sensorinformatie > Debiet
om het debiet te controleren.
Omloopklep voorzien?
Ja
Wijzig de instelling van de
omloopklep om het minimum
vereiste debiet + 2 l/min te
bereiken
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/back-upverwarming
04+08 modellen
16 model
6.2.2
Ontluchten
Voorwaarde:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Ga naar [A.7.3]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Ontluchting.
2 Stel het type in.
3 Selecteer Ontluchting starten en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het ontluchten begint. Het stopt automatisch wanneer
voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk op
druk op
.
INFORMATIE
Voor zowel manuele als automatische ontluchting, wordt 1
temperatuurzone ontlucht bij elke nieuwe ontluchting. Om
de andere temperatuurzone te ontluchten moet u de
ontluchtingsfunctie herstarten. Wanneer u een ontluchting
voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtemperatuurzone
ontlucht.
6.2.3
Proefdraaien
INFORMATIE
Het proefdraaien is enkel van toepassing op de secundaire
temperatuurzone.
Voorwaarde:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau
pagina 13.
2 Ga naar [A.7.1]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf.
3 Selecteer een test en druk op
4 Selecteer OK en druk op
EHVZ04~16S18CB3V
Daikin Altherma – Lage-temperatuur-Split
4P401672-1E – 2018.02
Neen
Indien het werkelijke debiet
onder het minimum debiet
(vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming) ligt, zijn
wijzigingen aan de hydraulische
configuratie vereist. Verhoog het
aantal ruimteverwarmingslussen
die NIET kunnen worden
gesloten of installeer een
drukgestuurde omloopklep.
12 l/min
15 l/min
dat
de
startpagina
van
.
.
, selecteer OK en
dat
de
startpagina
van
"Het
instellen
op
Installateur"
. Voorbeeld: Verwarming.
.
Gevolg: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt automatisch
wanneer voltooid (±30 min). Om het handmatig te stoppen, druk op
, selecteer OK en druk op
INFORMATIE
Indien er 2 gebruikersinterfaces zijn, kunt u proefdraaien
vanaf beide gebruikersinterfaces.
▪ Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef te
draaien, verschijnt een statusscherm.
▪ Op de andere gebruikersinterface verschijnt een
scherm "in gebruik". U kunt de gebruikersinterface niet
gebruiken zolang het scherm "in gebruik" wordt
weergegeven.
6.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarde:
Zorg
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau
pagina 13.
2 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regeling
van de temperatuur uittredend water en de regeling van het
warm tapwater via de gebruikersinterface op UIT gezet werden.
3 Ga naar [A.7.4]:
> Installateurinstellingen.
4 Selecteer een stelmotor en druk op
5 Selecteer OK en druk op
de
Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stopt
automatisch wanneer het is voltooid. Om het handmatig te stoppen,
druk op
, selecteer OK en druk op
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ De back-upverwarming (stap 1) proefdraaien
▪ Pomptest (alleen de pomp van de secundaire temperatuurzone)
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ De 2-wegklep proefdraaien
▪ 3-wegkleptest (3-wegklep voor schakelen tussen verwarmen van
ruimten en tank opwarmen)
▪ De bodemplaatverwarming proefdraaien
▪ Het bivalent signaal testen
▪ De alarm-output testen
▪ Het verwarmingssignaal testen
▪ Test voor snel opwarmen
▪ De circulatiepomp proefdraaien
de
6.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarde: Zorg dat er SLECHTS 1 gebruikersinterface is
aangesloten op uw systeem om de dekvloer van de vloerverwarming
op
te drogen.
Voorwaarde:
Zorg
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Ga naar [A.7.2]:
Dekvlr vloerverw drogen.
6 Inbedrijfstelling
.
ervoor
dat
de
startpagina
instellen
op
Installateur"
> [Custom.DAIKIN.Value] > Inbedrijfstelling
. Voorbeeld: Pomptest.
.
.
ervoor
dat
de
startpagina
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Installatiehandleiding
van
de
"Het
op
van
de
21