Druk op
[Sensoren
]
, alle verbonden sensoren worden weergegeven.
Het
[
]
teken in oranje kleur betekent dat de sensor is verbonden met het paneel. Indien
deze niet oranje is, is deze niet verbonden.
Het
[
]
teken in oranje kleur betekent dat de sensoren actief zijn.
Het
[
]
teken in oranje kleur betekent dat de sensoren niet actief zijn.
Sensor instellingen
27
Sensor naam wijzigen
1
Het is aan te raden niet meer dan 20 karakters te gebruiken.
Opmerking:
Zodra het alarm wordt geactiveerd zal het LED scherm het nummer van de
sensor aangeven die een signaal heeft uitgezonden. Het is aan te raden het nummer van
de sensor voor de naam te gebruiken zodat dit overeenkomt met wat op het LED scherm
wordt weergegeven.
Bijvoorbeeld: 01 Voordeur magneet; 02 Huiskamer PIR etc.
2
Synchronisatie
Als u ervoor kiest om de functie voor synchroniseren uit te schakelen, zal deze sensor
altijd uitgeschakeld zijn. Ook wanneer de normale groep of thuismodus is
ingeschakeld. Wanneer de sensor is gesynchroniseerd met het controlepaneel zijn de
volgende statussen mogelijk:
accessoires
Normale-groep
alarm
Sensors
paneel
Inschakelen
Inschakelen
Uitschakelen
Uitschakelen
Thuis mode
Inschakelen
Thuis-groep
Sensors
Inschakelen
Uitschakelen
Uitschakelen
28