62
Protocol voor transmissie/ontvangst
Transmissie
[Command1][Command2][ ][Set ID][ ][Data][Cr]
•
[Command1]: hiermee wordt onderscheid gemaakt tussen de modus voor de fabrieksinstellingen en voor de
gebruikersinstellingen.
•
[Command2]: hiermee bedient u de monitoren.
•
[Set ID]: hiermee selecteert u een monitor die u wilt bedienen. U kunt aan elke monitor een unieke Set ID van 1 tot
255 toewijzen (01H - FFH) onder Instellingen in het OSD-menu.
- Als u '00H' selecteert voor de Set ID, kunt u alle aangesloten monitoren tegelijk bedienen.
- De maximale waarde van Instellen ID kan verschillen afhankelijk van het model.
•
[Data]: hiermee verzendt u commandodata.
- Afhankelijk van de command kan het aantal data toenemen.
•
[Cr]: carriage return. Komt overeen met '0x0D' in ASCII-code.
•
[ ]: Spatie. Komt overeen met '0x20' in ASCII-code.
Acknowledgement
[Command2][ ][Set ID][ ][OK/NG][Data][x]
•
Het product verzendt ACK (acknowledgement of bevestiging) gebaseerd op dit formaat wanneer normale
gegevens worden ontvangen. Als de waarde voor data op dit ogenblik gelijk is aan 'FF' , dan toont deze de huidige
datastatus. Als de data in dataschrijfmodus staan, worden de data van de PC geretourneerd.
•
Als er een commando wordt verzonden met Set ID '00' (=0x00), worden de data naar alle monitoren gestuurd en
verzenden deze op hun beurt geen bevestigingssignaal (ACK).
•
Als de datawaarde 'FF' wordt verzonden in de bedieningsmodus via RS-232C, kan de huidige ingestelde waarde
worden gecontroleerd (voor een aantal functies).
•
Niet alle commando's worden op elk model ondersteund.