6.2
Hoe u een MasterBus netwerk opzet
Alle apparaten die geschikt zijn voor het MasterBus
netwerk zijn uitgerust met twee
communicatiepoorten. Zodra twee of meer
apparaten via deze communicatiepoorten met elkaar
in verbinding worden gebracht, vormen ze een
lokaal datanetwerk, aangeduid als MasterBus
Houdt u bij het maken van een MasterBus netwerk
aan de volgende regels:
Verbindingen tussen de apparaten maakt u met
behulp van standaard UTP kabels (straight).
Mastervolt kan u deze kabels leveren, maar ze
zijn ook in iedere computerwinkel verkrijgbaar.
OK
Afbeelding 4: UTP kabel
Zoals bij alle high speed data netwerken moeten
ook bij, MasterBus de uiteinden van het netwerk
worden afgesloten met een terminating device.
Terminating
device
Afbeelding 5:Ttwee terminators
NL / Mass GI / Juni 2009
1-8
Terminating
device
OK
De voor het netwerk benodigde elektrische
voeding wordt geleverd door de aangesloten
apparaten. Daarom moet tenminste een van de
apparaten in het netwerk in staat zijn om deze
voeding te leveren (zie specificaties).
Per voedend apparaat kunt u maximaal drie niet-
voedende apparaten op het MasterBus netwerk
aansluiten. U kunt zonder problemen meerdere
voedende apparaten aansluiten.
Afbeelding 5: Elektrische voeding
Maak geen ringnetwerken
Afbeelding 7: Geen ringnetwerken
Maak
in
het
MasterBus
aftappingen met zogenaamde splitters.
Afbeelding 8: Geen aftappingen
MASTERBUS
OK
netwerk
geen
35