Inhoudsopgave
Advertenties
10 TECHNISCHE INFORMATIE: ONDERHOUD EN SERVICE
10.1
ALGEMENE REINIGINGSINSTRUCTIES: DOOR DE GEBRUIKER UIT TE VOEREN
Vanwege mistresten, rook en stof moet de externe behuizing van de projector regelmatig worden
gereinigd om de lichtopbrengst te optimaliseren. De reinigingsfrequentie is afhankelijk van de
omgeving waarin het armatuur werkt (rook, mistresten, stof, dauw). Bij zwaar clubgebruik raden wij
aan om maandelijks te reinigen. Periodieke reiniging zorgt voor een lange levensduur en een scherpe
output.
⚫ Haal de stekker van het product uit het stopcontact.
⚫ Wacht tot het product koud is.
⚫ Gebruik een zachte, vochtige doek om de buitenkant van de projectorbehuizing af te vegen.
⚫ Gebruik perslucht en een borstel om de koelopeningen en ventilatorrooster(s) schoon te vegen.
⚫ Reinig de glasplaat (laseropening) met glasreiniger en een zachte doek als deze vuil is.
⚫ Poets het glasoppervlak voorzichtig totdat het vrij is van waas en pluisjes.
⚫ Zorg er altijd voor dat alle onderdelen volledig droog zijn voordat u de stekker weer in het
stopcontact steekt.
10.2
LASERSTRAALUITLIJNING: DOOR GEBRUIKER OF FABRIKANT UIT TE VOEREN
Deze procedure mag alleen worden uitgevoerd in een gecontroleerde omgeving en
!
met uiterste voorzichtigheid. Bij het uitlijnen van de stralen wordt aanbevolen om
voldoende laserveiligheidsbescherming te dragen en onbedoelde blootstelling aan
laserstraling van klasse 4 te voorkomen.
Er zit een alles-in-één RGB-lasermodule in deze laserprojector. De module heeft een van elke
primaire kleuren rood, groen en blauw. Het doel is om alle 3 de kleuren zo perfect mogelijk over
elkaar te laten overlappen. De eenvoudigste manier om de uitlijning te testen en te bereiken, is door
een grote cirkel op een geschikt oppervlak (brandveilig oppervlak) te projecteren. Het wordt
aanbevolen om een zo groot mogelijke afstand te hebben tussen de projector en de eindmuur. Het
wordt ook aanbevolen om de uitlijning uit te voeren met de minste hoeveelheid stroom die alle
lasermodules mogelijk maakt.
11 INSTRUCTIES VOOR UITLIJNING VAN DE STRAAL
1. Ga achter de projector staan en richt de laser op een groot plat veilig oppervlak.
2. Verwijder langzaam en voorzichtig de bovenklep en leg deze opzij. Het zal niet worden gebruikt
tijdens deze procedure.
3. Verwijder de 4 zeskantbouten van het voorpaneel.
4. Terwijl u achter de laser staat, zet u het systeem op de normale manier aan.
5. Projecteer een grote witte cirkel op een laserveilig oppervlak. Gebruik de minste hoeveelheid
stroom die alle lasermodules mogelijk maakt.
6. Reik met een inbussleutel van bovenaf in de laser; pas de uitlijningszeskantschroeven op de
combinerende optica aan totdat alle stralen elkaar perfect overlappen.
7. Zodra de uitlijning naar wens is, schakelt u het systeem uit.
8. Plaats het boven- en voorpaneel terug en plaats de zeskantbouten terug.
12
Advertenties
Inhoudsopgave
