Aansluiten op een externe bron
NL
De hulpingang kan worden gebruikt om te profiteren van de
geluidskwaliteit van uw microsysteem wanneer u gebruik
maakt van andere geluidsbronnen.
Voorbeeld:
Televisie
Videorecorder
Hifi stereo videorecorder
De externe bron die u wilt aansluiten, moet beschikken over een
audio-uitgang en een RCA-kabel.
1
Stel het systeem in op standby en haal het netsnoer van het systeem
en van de externe bron uit het stopcontact.
2
Sluit de audiokabel aan op de achterkant van het microsysteem.
Verbind de...
Met de aansluiting...
Rode plug
R (rechts)
Witte plug
L (links)
Sluit de pluggen niet omgekeerd aan. Dit kan de geluidskwaliteit
negatief beïnvloeden.
3
Steek de stekker van het systeem weer in het stopcontact en druk op
Standby/On (
) om het apparaat aan te zetten.
4
Selecteer de bron AUX door op AUX te drukken.
Resultaat: AUX wordt weergegeven.
5
Zet de externe bron aan.
6
Pas het volume en de balans naar behoefte aan:
Volume
Equalizer
Voorbeeld: U kunt een film in stereo afspelen, alsof u in de bioscoop
bent (mits de originele videoband in stereo is
opgenomen).
3
4
8
De luidsprekers aansluiten
De aansluitklemmen voor de luidsprekers bevinden zich op de
achterkant van het systeem (rode en zwarte lipjes).
Er bevinden zich vier aansluitklemmen op het systeem:
Twee voor de linker luidspreker (aangeduid met L)
Twee voor de rechter luidspreker (aangeduid met R)
U krijgt de juiste geluidskwaliteit door de volgende aansluitin-
gen uit te voeren:
rode draad aan op de + aansluiting
zwarte draad aan op de - aansluiting.
(Rechter luidspreker)
4
Instructies voor het installeren van de
luidspreker
Installatie in de buurt van een verwarmingselement of blootstelling
aan direct daglicht of een hoge luchtvochtigheid kunnen de juiste
werking van de luidspreker negatief beïnvloeden.
Bevestig de luidspreker niet aan een muur en breng deze niet op
een andere hoge, mogelijk instabiele plaats aan om ongelukken
ten gevolge van vallen te voorkomen.
Plaats de luidspreker niet in de buurt van een TV of een comput-
erbeeldscherm. Dit kan de weergavekwaliteit negatief beïnvloe-
den.
6
AM(MW)/LW-antenne aansluiten
De AM-antenne (voor zenders op middengolf en lange golf) kunt u:
Plaatsen op een stabiele ondergrond
Bevestigen aan de muur
De aansluitingen voor de AM-antenne bevinden zich achter op het systeem en zijn aangegeven
met AM ANT.
Voorkom ongewenste ruis door de luidsprekerdraden niet vlak langs de antennedraden te
laten lopen.
Houd een afstand van minimaal 5 cm aan.
(Linker luidspreker)
FM-antenne aansluiten
Als u een antenne met COAX-AANSLUITING gebruikt, gaat u als volgt te werk
Sluit de 75Ω-antenne aan op het aansluitpunt van de antenne.
Steek de connector van de meegeleverde FM-antenne in de coax-aansluiting (75Ω). Deze wordt aangeduid met FM op de achterkant van het systeem.
Volg de instructies op pagina 14 om af te stemmen op een radiozender en bepaal waar u het beste de antenne kunt plaatsen.
Als de ontvangst slecht is, moet u wellicht een buitenantenne installeren. Hierbij sluit u de FM-buitenantenne, met een 75Ω-coaxkabel (niet
meegeleverd) aan op de FM-aansluiting op de achterkant van het systeem.
75Ω COAXIAL KABLE (niet meegeleverd)
FM AERIAL (meegeleverd)
6
6
NL
6
9