Apparaat opstellen
• Plaats het apparaat op een stevige en vlakke ondergrond.
Afhankelijk van de belastbaarheid van de ondergrond,
moet een plaat voor gewichtsverdeling worden voorzien.
Een fundament is niet noodzakelijk.
– Zorg voor een slipvrij en trillingsvrije ondergrond.
– Plaats het apparaat met voldoende afstand voor
luchtinlaat- en -uitlaat en het aansluiten van de
luchttransportleidingen.
– Zorg voor voldoende plaats voor bediening en
onderhoud van het apparaat (zie technische bijlagen).
• Plaats het apparaat alleen op een overdekt oppervlak. Voor
opstelling in de buitenlucht zijn op aanvraag apparaten met
een hogere beschermingsgraad beschikbaar. Zorg dat
geen water via de lichtinlaat- en uitlaatopeningen in het
apparaat komt. Indien nodig een luchttransportleiding
aansluiten om dit risico te minimaliseren.
• Zorg voor voldoende afstand tussen uitlaat voor vochtige
lucht en de luchtinlaat. Bij vrij aanzuigende apparaten
moet de afstand tussen de uitlaat voor vochtige lucht en de
aansluiting min. 2 m zijn, zodat de vochtige afvoerlucht
niet direct weer wordt aangezogen.
• De luchttransportleidingen moeten ontworpen zijn voor de
beschikbare statische drukverhoging door de ventilatoren
(zie technische bijlagen).
• De leiding voor de regeneratie-afvoerlucht (C), moet met
een licht verval (min 1,5 %) worden gelegd, zodat evt.
ontstaan condens niet terugstroomt in het apparaat of de
luchtstroom hindert. Is een stijgende luchtleiding
onvermijdelijk, moet bewust een lager punt voor het
ontwateren worden gerealiseerd (bijv. sifon).
9
Principeschema
C
A
Optioneel is een opbouw in spiegelbeeldversie mogelijk.
Nr.
A
B
C
D
Bedieningshandleiding – Adsorptiedroger TTR 800 / TTR 1400
B
Aanduiding
Inlaat proceslucht / droge lucht
Inlaat regeneratielucht
Uitlaat vochtige lucht (regeneratielucht)
Uitlaat droge lucht
D
D
NL