1.3 Normen en regels uit de techniek
De installatie moet in overeenstemming zijn met de voorwaarden ter plaatse, de plaatselijke
voorschriften en niet in de laatste plaats de technische regels.
De relevante veiligheidsvoorschriften (o.a. NEN1010) moeten in acht worden genomen.
1.4 Statische omstandigheden voor het montagemateriaal
Het door Triple Solar geleverde montagemateriaal is TÜV gekeurd en conform Eurocode EN 1991-1-4.
Voorschriften van fabrikanten dienen nageleefd te worden om aanspraak te maken op garantie.
1.5 Toegestane belasting van de panelen
De warmtepomppanelen zijn ontworpen voor de volgende toegestane belastingen:
Drukbelasting (Sneeuw, Wind): 5400 Pa
Trekbelasting (Wind): 2400 Pa
Bij gebruik van montagesystemen v an derden moeten deze waarden in acht worden genomen.
Bij gebruik van de door Triple Solar geleverde montagematerialen zijn de bovengenoemde waarden van
toepassing.
1.6 Montagepositie en locatie
In gebieden met weinig sneeuw worden de warmtepomppanelen gemonteerd in een hoek tussen 5 ° en
30°.
In gebieden met veel sneeuw worden de warmtepomppanelen gemonteerd in een hoek tussen 30° -
90°.
Bij verticale montage (90 °) tegen een gevel, wordt aanbevolen om de warmtepomppanelen regelmatig
met water te reinigen als deze niet worden blootgesteld aan regen.
2. Transport
De hydraulische aansluitingen mogen niet worden gebruikt om het warmtepomppaneel op te tillen.
Hulpmiddelen zoals hijsbanden, enz. mogen niet worden vastgemaakt aan de buizen. De
warmtepomppanelen mogen enkel aan het frame worden gedragen.
Zolang de warmtepomppanelen worden bewaard, blijven de afsluitdoppen op de aansluitingen.
Triple Solar montagehandleiding PVT warmtepomppanelen NL
4