Gebruik van de pneumatische klemmen
Tijdens het gebruik van de pneumatische klem moet u het voertuig altijd van het massablok, dat u gebruikt in
de pistool-module, afkoppelen.
C-klem
Instelling klem
Module Normaal
De module Normaal is optioneel, en kan ingesteld worden in het menu instellingen,dat kan worden geactiveerd met een 2
seconden durende druk.
Deze module wordt standaard getoond bij het opstarten van het apparaat als het wordt geactiveerd in het menu
instellingen. Hiermee kan de lasser eenvoudig een punt realiseren door de volgende instellingen te kiezen :
Module Multi-plaatwerk
De module Multi-plaatwerk is optioneel, en kan worden geactiveerd in het menu instellingen (toegankelijk met een 2
seconden durende druk).
Met een druk op de knop sluiten klem/lassen kunt u een punt realiseren, met de op het scherm gedefinieerde instellingen.
Een 2 seconden lange druk op de toets laat u terugkeren naar de « normale » module.
Met de toets kan de functie instelling klem gekozen worden. Met de
functie « instelling klem » kan de klem gesloten worden, en kan de
geprogrammeerde klemkracht op de elektroden toegepast worden
zonder stroom te laten passeren. De klem zal gesloten blijven zolang u
op de trekker blijft drukken.
Met deze functie kunt u controleren of de tips voldoende gecentreerd
zijn.
- de dikte van het te assembleren plaatwerk : 0.6, 0.8, 1.0, 1.2, 1.5,
1.8, 2.0, 2.5, 3.0.
- het type staal (Gecoat staal, HSLA staal, UHSLA staal, Borium staal.).
- het type gebruikte arm.
De keuze van de dikte, type staal, type arm wordt gedaan door gebruik
van de pijltjestoetsen (pijltje naar boven of naar beneden).
Iedere instelling wordt gerealiseerd door een druk op de zijknoppen +
en -.
Met een druk op de knop sluiten klem/lassen kunt u een punt
realiseren, met de op het scherm gedefinieerde instellingen.
In deze module kan de gebruiker de dikte en het type staal van de
2 of 3 te lassen onderdelen zeer precies instellen.
Het eerste element (dikte van plaatwerk 1) wordt geselecteerd.
Met de toetsen omhoog en omlaag kunnen de aan te passen
instellingen geselecteerd worden. De toetsen rechts en links
verlagen en verhogen de waarde. Wanneer een instelling oplicht
kan deze gewijzigd worden.
De in te geven instellingen zijn de volgende :
- Dikte van ieder afzonderlijk plaatwerk, te kiezen tussen 0.6, 0.8,
1.0, 1.2, 1.5, 1.8, 2.0, 2.5, 3.0.
- Type staal van ieder te lassen onderdeel : Gecoat staal, HSLA
staal; UHSLA staal, Borium staal).
- Voor het activeren van plaatwerk 3 moet u drukken op de
pijltjes omhoog of omlaag, om plaatwerk 3 op te doen lichten.
Gebruik vervolgens de toetsen + en – om het type en de dikte
van het plaatwerk te selecteren.
- het type gebruikte arm.
7