Installateur instellingen
De installateursinstellingen moeten worden ingesteld door de
installateur van de thermostaat en hoeven tijdens de levensduur van
het product waarschijnlijk niet te worden gewijzigd. Als het nodig is de
installateurinstellingen in te voeren, volg dan de onderstaande stappen.
1
• Zorg ervoor dat er stroom gaat
naar de thermostaat.
• Verwijder de voorste behuizing
van de voedingsmodule.
Eenmaal in de installateurinstellingen draait u aan de draaiknop om
de selectie te wijzigen en drukt u in het midden van de draaiknop
om te accepteren en door te gaan naar de volgende stap. Om de
installatiemodus te verlaten, doorloopt u alle installatiestappen.
# Instelling aangepast
1 Klokformaat wijzigen
(12hr / 24hr)
2
Verander de eenheid
van temperatuurmeting
(°C / °F)
3
Temperatuurdoel
Vloer/ Lucht/ Regelaar
In de regelaar modus
zal de thermostaat
gedurende een ingesteld
aantal minuten in een
cyclus van 10 minuten.
4
Type vloersensor
instellen
(NTC10K / NTC12K)
Huidige Warmup
thermostaten gebruiken
NTC10K sondes.
Sommige oudere
Warmup thermostaten
gebruiken NTC12K
voeler.
5
Adaptief leren
(AAN/UIT)
Adaptief leren berekent
de optimale starttijd
van de verwarming om
de comforttemperatuur
aan het begin van
de comfortperiode
te bereiken. Alleen
programmamodus.
1
2
3
4
Standaard
24H
°C
Vloer
10K
Aan
12
2
• Houd de draaiknop ingedrukt
terwijl u de voorste behuizing weer
op de voedingsmodule bevestigt.
Scherm