INSTRUCTIES
II - Opleidingshalsband introductie
1.
Doe uw trainingshalsband geleidelijk aan om uw hond er
vertrouwd mee te maken. U moet zich niet haasten om de
trainingshalsband te gebruiken en uw hond een periode
van gewenning te gunnen. U moet hem de halsband laten
dragen, maar zonder hem aan te zetten en zonder gebruik te
maken van stimulatie.
Een periode van 7 tot 14 dagen is ideaal, hoewel er geen strikte regel is over de duur. Tijdens deze
periode niet aarzelen om de halsband en de afstandsbediening voor uw hond te hanteren, laat hem
die snuffelen. Laat hem de halsband bij verschillende gelegenheden dragen, thuis, in de tuin of
tijdens een wandeling, hij zal aan deze voorwerpen wennen.
Uw hond mag het dragen van de trainingshalsband niet associëren met stimulatie. Vermijd het
maken van uw hond die zich bewust is van de halsband en de introductie ervan. Dus uw hond zal
zich niet vrij voelen om ongehoorzaam te zijn als hij zich realiseert de halsband is verwijderd.
Voer geen trainingen uit met de halsband en anderen zonder halsband. De kans is groot dat uw
hond zich bewust wordt van de halsband als u de sessies op deze manier afwisselt en uw hond de
gelegenheid geeft om de resultaten te vergelijken.
Het is belangrijk om de trainingshalsband nog een paar weken na de laatste stimulatie.
Honden kunnen zelfs de kleinste variaties of details van uw gedrag detecteren. U moet daarom
dezelfde intonatie, woorden en commando's hebben bij het aanspreken van uw hond, of hij nu wel
of niet die de trainingshalsband draagt.
2.
Aanpassen van het stimulatieniveau
Uw trainingshalsband is voorzien van hoorbare stimulatie, 8 niveaus van vibratiestimulatie en 8
niveaus van elektrostatische stimulatie. Hierdoor kunt u het type en het niveau van de stimulatie
kiezen dat is passend bij het karakter van uw hond en de situatie.
We raden aan om te trainen met geluidssignalen en vibratiestimulatie. Indien nodig, indien
voorafgaand stimulaties hebben een beperkte effectiviteit, of als de situatie vraagt om meer
intense stimulatie, gebruik elektrostatische stimulatie. In de meeste gevallen zijn de statische-
stimulatieniveaus 1-4 geschikt voor trainingsbehoeften.
12
Introductie van de halsband
INSTRUCTIES
II - Opleidingshalsband introductie (Vervolg)
Het niveau van de elektrostatische of vibratiestimulatie
wordt aangepast met de draaiknop aan de bovenzijde van
de afstandsbediening. Het geselecteerde stimulatieniveau
wordt aangegeven met het nummer op het display van de
afstandsbediening. Het getal 1 geeft het laagste niveau van
stimulatie aan en 8 het hoogste niveau.
Merk op dat alleen elektrostatische en vibratiestimulaties
een instelbaar niveau hebben. Stimulatie door middel van
een geluidssignaal heeft slechts één niveau.
Waarschuwing U kunt van minimaal niveau 1 naar maximaal niveau 8 overschakelen als u
aan de draaiknop draait tegen de klok in. Controleer altijd visueel het geselecteerde niveau na het
draaien van de draaiknop om er zeker van te zijn dat het juiste niveau van stimulatie wordt gekozen.
3.
Identificeren van het niveau van de stimulatie-
herkenning
Na de inwerkperiode en voor elk gebruik van de halsband om te beginnen met de training van uw
hond, moet u onderzoeken en het "herkenningsniveau" vaststellen. Het "herkenningsniveau" is het
niveau van stimulatie dat uw hond begint waar te nemen. Het moet niet onplezierig voor uw hond,
en leidt niet tot overdreven heftige reacties.
Volg de onderstaande stappen om het herkenningsniveau van uw hond te vinden:
1. Selecteer het laagste stimulatieniveau op de afstandsbediening, druk op de knop voor statische
stimulatie.
2. Als uw hond geen reactie vertoont, herhaal dan de stimulatie verschillende keren op dit niveau
alvorens naar het volgende niveau te upgraden.
3. Verhoog geleidelijk het niveau van de stimulatie totdat uw hond betrouwbaar reageert op de
stimulatie.
4. Als uw huisdier geen reactie op het hoogste niveau blijft vertonen, controleer dan of de
ontvangerhalsband
Belangrijk Begin altijd met het laagste stimulatieniveau voordat u het geleidelijk opvoert.
Waarschuwing Uw huisdier mag niet blaffen, huilen of in paniek raken bij het gebruik van
statische stimulatie. Als dit gebeurt, is het niveau van de elektrostatische stimulatie te hoog en
moet u het niveau van de stimulatie verlagen alvorens de operatie opnieuw uit te voeren. Het kan
ook een teken zijn dat de halsband niet goed om het lichaam zit. de nek van uw hond en maakt
met tussenpozen contact. Controleer de halsband en pas deze zo nodig aan. dat de schakelaars
de huid van uw hond raken. Als de hond geen reactie heeft op de hogere niveaus, is de halsband
waarschijnlijk slecht passend en de schakelaars raken de huid van uw hond niet aan.
13