02.12.2016
Veiligheidsvoorschriften bij het
vlakschaven
Zorg dat de machine nooit draait zonder toezicht. Dit geldt voor een ingeschakelde machine en voor
een uitgeschakelde machine die nog uitloopt.
Zorg dat de vloer en de omgeving rond de machine goed onderhouden is en vrij van materiaalresten,
spanen en stof.
Gebruik veilige procedures bij het reinigen en het onderhoud en verwijder regelmatig stof en spanen.
Gebruik de voorziene beschermingsmiddelen op de machine. Gebruik de aanwezige
beschermingsbrug en werkstukgeleider op een correcte manier en zorg voor een veilige bewerking
van de werkstukken. Gebruik een hulpgeleider bij het vlakken en afkanten van kleine werkstukken.
Controleer of de geleiding geblokkeerd staat voor je ze gebruikt.
Gebruik aangepast gereedschap bij de verwerking van buitengewone werkstukken.
Meld dadelijk beschadigingen aan de machine, met inbegrip van gereedschap, beschermingen en
geleidingsgereedschap.
Controleer of alle messen goed geplaatst en correct aangespannen zijn.
Wanneer dit niet het geval is kunnen de schaafmessen bij het opstarten uit de machine geslingerd
worden met zware gevolgen voor de bediener en de machine.
De minimale hoogte van een geslepen schaafmes moet tenminste 20 mm bedragen.
Niet correct geslepen of vervormde messen, doen niet alleen afbreuk aan de kwaliteit van het werk,
maar vergroten ook het risico op ongevallen.
Ontkoppel altijd de machine van de stroomtoevoer bij onderhoud en bij het vervangen van
gereedschappen.
Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorzieningen op de machine zijn aangebracht en dat de machine is
aangesloten op een systeem voor de afzuiging van spanen en stof.
Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine en een goede verlichting van de werkplek. Voorzie
voldoende bewegingsruimte rond de machine, afhankelijk van het werk dat uitgevoerd wordt, om de
machine om veilig te laten gebruiken door de bediener.
Houd kinderen uit de buurt van de machine.
Gebruik passende persoonlijke beschermingsmiddelen;
Draag steeds aangepaste nauwsluitende kledij.
Gebruik altijd een bescherming van de ademhalingswegen.
Draag altijd oogbescherming.
Draag altijd gehoorbescherming. Zelfs kortstondige blootstelling aan lawaai het gehoor kan
beschadigen!
Om brand te voorkomen is het is verboden te roken in de werkruimte. Dit verbod moet duidelijk
worden aangegeven.
Verwisselen en instellen van de
schaafmessen
Teneinde de schaafas gemakkelijker met de hand te kunnen verdraaien is het aanbevolen de
remontgrendelingschakelaar (Fig.4, 7) op stand "1" te plaatsen.
Verwijder de schaafmessen door de spanbouten (Fig.6, 1) van de tegenmessen te lossen.
Reinig zorgvuldig de schaafmessen, de tegenmessen en de gleuven in de schaafas.
Draag er zorg voor dat de veren in de schaafasgleuf vrij kunnen bewegen en niet vastzitten.
Plaats de nieuwe schaafmessen met behulp van de bijgeleverde instelmal (Fig.6, 2) en span zorgvuldig.
Controleer nadien nog eens alle bouten of ze daadwerkelijk goed aangespannen zijn.
Plaats de remontgrendelingschakelaar S5 (Fig.4, 7) terug op "0" om de motor te kunnen starten.
Het is eveneens onmogelijk de machine te starten wanneer de remontgrendelingschakelaar in positie
"1" staat.
(Fig.6)
J510.0
10