c) Master-slave-modus
• Druk op de toets MENU tot "SLAU" wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de toetsen UP resp. DOWN de gewenste bedrijfsmodus:
NO
Master-apparaat
YES
Slave-apparaat
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
Als het apparaat als alleenstaand apparaat (stand alone) moet worden gebruikt, moet het als
master-apparaat worden gedefinieerd.
In een master-slave-ketting mag slechts een apparaat als master-apparaat worden gedefinieerd,
alle andere apparaten moeten als slave-apparaten worden gedefinieerd.
d) Sound-to-Light modus
• Druk op de toets MENU tot "SOUn" wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de toetsen UP resp. DOWN de gewenste bedrijfsmodus:
Sd-1
Sound-to-Light effect 1
Sd-2
Sound-to-Light effect 2
Sd-3
Sound-to-Light effect 3
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
• Stel de microfoongevoeligheid voor de Sound-to-Light-modus met de knoppen UP resp. DOWN in:
SP-1 (gevoeligheid laag) > SP-8 (gevoeligheid hoog)
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
Het lichteffect wordt in deze bedrijfsmodus via de ingebouwde microfoon op het tempo van de
muziek gestuurd. Stel de microfoongevoeligheid zo in dat het lichteffect op het tempo van de
muziek verandert.
e) Kleurwisselmodus
• Druk op de toets MENU tot "JUNP" wordt weergegeven en druk op de toets ENTER.
• Selecteer met de toetsen UP resp. DOWN de gewenste effectsnelheid:
JU01 (langzaam) > JU20 (snel)
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
• Stel de gewenste strobesnelheid met de toetsen UP of DOWN in:
FL-0 (langzaam) > FL-4 (snel)
• Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
15