7.2 Montage van het waterfiltersysteem
VOORZICHTIG!
Controleer voor de installatie de technische gegevens en houd tijdens de
montage rekening met de aanwijzingen voor veiligheid en installatie die zijn
opgenomen in deze gebruiksaanwijzing.
Installatieschema
Watertoevoer-
installatie
Afsluitkraan
1. De afsluitkraan moet worden gemonteerd tussen de watertoevoerinstallatie en
het waterfiltersysteem. De afvoerkraan moet worden gemonteerd achter het
waterfilter-systeem op de waterafvoerslang, zodat het verlagen van de druk
mogelijk is.
2. Als de waterdruk hoger is dan 6 bar dan moet u een drukregelaar installeren voor
het waterfiltersysteem.
3. Het waterfiltersysteem is uitgerust met een bevestigingsbeugel om het
systeem op de wand te bevestigen. U kunt het systeem horizontaal of
verticaal monteren.
Monteer de bevestigingsbeugel op de gewenste plaats.
De bevestigingsbeugel is een vast element van het apparaat en het waterfilter-
systeem wordt altijd vervangen inclusief de beugel.
4. Het waterfiltersysteem moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
lokale richtlijnen voor drinkwaterinstallaties.
5. Voer een test uit om de carbonaathardheid van het water in het lokale
waterleidingnetwerk vast te stellen.
6. Op basis van de resultaten van de carbonaathardheidstest kunt u de
watercapaciteit vaststellen (tabel op blz. 82).
7. Voor de exacte vaststelling van de hoeveelheid water raden wij aan een
watermeter (bv. de Bartscher watermeter 109861) te monteren voor het filter.
Bevestigings-
Afvoerkraan
beugel
Gefilterd water
- 79 -