5. Voor veilig gebruik
6. De bosmaaier mag onder geen
enkele voorwaarde gedemonteerd of
aangepast worden. Anders kan de
bosmaaier tijdens gebruik worden be-
schadigd of defect raken.
HET HANTEREN VAN BRANDSTOF
1. De motor van het ZENOAH gereedschap loopt
op mengsmering met het uiterst brandbare
benzine. In de buurt van verwarmingstoes-
tellen, kachels, open vuur en op plaatsen waar
wordt gelast en vonken kunnen ontstaan of
andere mogelijke warmtebronnen zijn, mag
geen brandstof worden bewaard of bijgevuld.
2. Rook niet tijdens het gebruik van de bosmaaier
of tijdens het vullen van de brandstoftank.
3. Schakel de motor uit en laat deze voldoende
afkoelen voordat u de brandstoftank vult.
Controleer voordat u de brandstoftank vult
of er in de directe omgeving geen vonken
kunnen ontstaan of open vuur is.
4. Veeg eventueel gemorste brandstof
weg met een droge poetsdoek.
Voor het
5. Schroef de tankdop na het vullen van de tank
bijvullen
goed vast en breng de bosmaaier op een
de motor laten
afkoelen.
afstand van tenminste 3 m van de plek waar
de tank is gevuld voordat u de motor start.
VERVOER
1. Wanneer u klaar bent met snoeien op een
locatie en u wilt verder werken op een an-
dere plaats moet u de motor uitschakelen,
het apparaat optillen en dragen waarbij u
moet opletten met het blad.
2. Nooit vergeten de afschermkap over
de bladen te plaatsen.
3. Bedek, indien nodig, het snijhulpmiddel
wanneer u deze met de hand draagt. Til
het product op en draag het terwijl u op
het snijhulpmiddel let.
4. Vervoer de bosmaaier niet over grote afstanden
in de auto zonder alle brandstof uit de
brandstoftank te verwijderen, vooral niet over
oneffen wegen. Anders kan er tijdens het
vervoer brandstof uit de tank lekken.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
GEBRUIKERS VAN MOTORZAGEN
TEGEN TERUGSLAG
WAARSCHUWING
•
Wanneer het uiteinde van het zaagblad een
voorwerp raakt of wanneer het hout naar
beneden drukt en de zaagketting in de
zaagsnede vastknijpt, dan kan de motor-
zaag een terugslag krijgen. Bij aanraking
van het zaagbladuiteinde kan het zaagblad
bliksemsnel worden omhoog geworpen in
de richting van de gebruiker. Door het
afknijpen van de zaagketting aan de boven-
kant van het zaagblad kan het zaagblad
razendsnel in de richting van de gebruiker
worden gedrukt. In beide gevallen kan de
terugslag u de controle over de motorzaag
doen verliezen, wat ernstig lichamelijk let-
sel tot gevolg kan hebben.
•
U kunt niet volledig op de ingebouwde bev-
eiligingen van de motorzaag vertrouwen.
Als gebruiker van een motorzaag dient u
diverse voorzorgsmaatregelen te nemen
om het werk veilig en zonder gevaar op
verwondingen te kunnen uitvoeren.
(1) Met een goed begrip van terugslag
kunt u het verrassingselement ver-
kleinen of zelfs volledig wegnemen.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
doordat mensen worden verrast.
(2) Als de motor loopt, zorg er dan voor dat
u de motorzaag altijd goed met beide
handen vasthoudt, met de rechterhand
op de achterste handgreep en de linker-
hand op de voorste handgreep. Omvat
de handgrepen van de motorzaag met
de duim en vingers van uw hand. Door
de motorzaag stevig vast te houden, kunt
u de terugslag opvangen en de controle
over de motorzaag behouden.
(3) Controleer of het terrein waar u werkt
volledig vrij van obstakels is. Voorkom dat
het uiteinde van het zaagblad tijdens het
zagen in contact kan komen met een
andere stam, tak of enig ander voorwerp.
(4) Zaag bij een hoog motortoerental.
(5) Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant over het vijlen en voor het onder-
houd van de zaagketting.
(6) Gebruik alleen de door de fabrikant
voorgeschreven, of gelijkwaardige
bladen en kettingen.
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat de ketting en het kettin-
grad correct afgesteld zijn voor u de snoe-
ischaar gebruikt (zie pagina 9~10 voor de
afstelprocedures). De ketting nooit afs-
tellen als de motor draait!
• Er steeds voor zorgen dat het snoe-
ihulpstuk correct gemonteerd en stevig
bevestigd is voor de bediening.
• Nooit een gebarsten of verwrongen geleidings-
blad gebruiken: vervang het door een goed
blad en zorg ervoor dat het aangebracht wordt.
• Zet, als de kettingzaag vast komt te zitten in
een insnijding, meteen de motor uit. Duw
tegen de tak of boom om de klemming te ver-
minderen en de kettingzaag vrij te maken.
• Gebruik de snoeier niet wanneer de
demper is verwijderd.
• Als u een tak snijdt die onder spanning
staat, moet u opletten dat u niet geraakt
wordt door de bewegende tak.
• De motor steeds onmiddellijk uitschakelen
en controleren op schade als u een
vreemd voorwerp raakt of als de machine
vastraakt. Niet werken met defect of bes-
chadigd materiaal.
BELANGRIJK
• Geen wijzigingen of vervangingen
uitvoeren aan het geleidingsblad of
ketting die niet toegelaten zijn.
• De ketting nooit laten draaien aan een
hoog toerental zonder belasting. Zo-
niet kunt u de motor beschadigen.
• Houd de snoeischaar zo schoon mogelijk.
Verwijder losse planten, modder, etc
PSZ2610
N
L
NL-7