Temperatuurmanagement
9090 1
Stand: Jan-09 240
Bedieningshandleiding
Vloerverwarmingsthermostaat
1. Toepassingsgebied
Voor het reguleren van de temperatuur van elektrische
vloerverwarmingsinstallaties.
2. Functie
De vloerthermostaat bestaat uit twee delen:
•
Controleunit voor het instellen van de juiste vloertemperatuur.
•
Sensor in de vloer voor het juist functioneren van de controleunit.
Controleunit:
Stel met de knop de gewenste vloertemperatuur in. De getallen
de knop corresponderen met een temperatuurrange van 10 – 50 °C. De
instelvoorschriften van de fabrikant van de vloerver.-warming in acht
nemen.
Zodra de temperatuur beneden de ingestelde waarde komt vraagt de
controller om verwarming; deze status wordt ook via een LED boven de
instelknop kenbaar gemaakt.
Het is mogelijk de instelrange van de knop te beperken. De
bedrijfstoestand van de vloerverwarming kan worden geschakeld via de 0
– I schakelaar.
Men kan ook een nachtverlagingstemperatuur instellen via een externe
tijdschakelklok.
Als dit het geval is wordt de interval voor het verlagen van de
nachttemperatuur aangegeven door het oplichten van de groene LED
boven de instelknop.
De temperatuurverlaging bedraagt ca. 5 °C.
Voorbeeld: De ingestelde temperatuur bedraagt 34 °C (stand 4 op de
knop). Dat houdt in dat de nachttemperatuur tot 29 °C kan dalen, zonder
dat de verwarming wordt ingeschakeld.
Sensor: De sensor is in de vloer gemonteerd. Hij regelt en controleert de
ingestelde vloertemperatuur en geeft de schakelcommando's voor de
verwarming. Pas na een verdere verlaging van de temperatuur zal de
verwarming weer worden ingeschakeld.
Vloerverwarmingsthermostaat
Art.nr.: FTR..231 ..
– 6 op