15. Filterlampje uitschakelen
Sommige binnunits zijn voorzien van een filterlampje in het display, dat aangeeft wanneer het tijd is
om het luchtfilter te reinigen.
Uitschakelen van het filterlampje
Druk op de Filter reset toets. Het reset-lampje op de binnenunit gaat uit.
16. Manual auto functie
Wanneer te gebruiken
Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is (het bedieningspaneel
zit onder het luchtinlaatrooster).
Stoppen van de manual auto functie
Druk opnieuw op de manual auto toets of zet de hoofdschakelaar (POWER) op uit (OFF).
• Als de airconditioner bediend wordt met de MANUAL AUTO toets, dan is de werking volgens de
ingestelde functies van de automatisch (AUTO) functie.
• De circulatiesnelheid staat op automatisch (AUTO) en de temperatuurinstelling is standaard (24 °C).
17. Instellen luchtuitblaasrichting
Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale uitblaasrichting.
Met behulp van de AIR DIRECTION toetsen kan zowel een op- en neergaande als heen- en
weergaande luchtstroom worden geregeld.
Verticale verstelling luchtuitblaasrichting
Druk op de SET toets verticale verstelling. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verandert
de richting als volgt:
Luchtrichting en functie:
Stand 1, 2, 3 en 4 bij koelen en ontvochtigen.
Stand 2, 3 en 4 bij verwarmen.
De functieweergave op het display van de afstandsbediening zal niet veranderen.
• Gebruik de aangegeven luchtuitblaasrichtingen die in de afbeelding zijn aangegeven.
• De verticale luchtuitblaasrichting wordt automatisch ingesteld naar de functie koelen, ontvochtigen
of circuleren.
Tijdens koelen en ontvochtigen: horizontale richting 1, tijdens verwarmen: verticale richting 4.
• De auto-functie kan tijdens de eerste minuut van de werking niet versteld worden. De stand in de
eerste minuut is horizontaal 1.
22