Bedieningselementen
Ledlampjes: twee zeer heldere leds (C) als hulp bij het aansluiten in donkere
omstandigheden. Bediend door knop op bedieningspaneel:
• Knop (D) eenmaal indrukken: Leds branden ongeveer 60 seconden.
• Knop 3 seconden ingedrukt houden: Leds blijven branden.
• Knop tweemaal indrukken: Leds knipperen (reddingsbaken).
• Knop nogmaals indrukken: leds worden uitgeschakeld.
Digitale spanningsdisplay / spanningsschakelaar: als schakelaar (E) naar
links wordt bewogen (aan), wordt de huidige spanning van de mini-starthulp
weergegeven.
12V-aansluiting: schakelaar (E) inschakelen.
USB-poorten: 5V bij 2000mA — Schakelaar (E) inschakelen.
Accessoires:
De mini-starthulp wordt geleverd met een 240V-12V-lader voor thuis- of
werkplaatsgebruik samen met een 12VDC-lader voor opladen via een
12V-stopcontact van het voertuig; de mini-starthulp wordt hierdoor onderweg
geladen en is volledig opgeladen voor gebruik op ieder moment. Beide laders
worden aangesloten op de laadaansluiting (L).
Hoofdschakelaar:
De hoofdschakelaar (O) is aangebracht in het bovencompartiment (zie de
afbeeldingen). Zet de hoofdschakelaar in de stand ON (AAN) alvorens de mini-
starthulp de eerste keer op te laden (zie hieronder). Voor normaal gebruik moet
deze schakelaar in de stand ON (AAN) staan.
Zet de hoofdschakelaar gedurende 10 seconden in de stand OFF (UIT) wanneer
de mini-starthulp niet oplaadt.
Mini-starthulp opladen:
Laad de mini-starthulp (indien nieuw) onmiddellijk gedurende minimaal 24 uur op
of tot het groene ledlampje op het bedieningspaneel gaat branden.
Als de rode led laadstroomcontrole (M) op het bedieningspaneel gaat branden,
geeft dit aan dat opladen benodigd is. Sluit de meegeleverde 240V-12V-lader aan
op een 240V-stopcontact; de rode led gaat branden om een correcte werking
aan te geven. Steek vervolgens de stekker van de lader in de laadpoort (L) aan de
voorzijde van het paneel van de mini-starthulp. Tijdens het laden brandt de led
voor opladen (N) op het bedieningspaneel rood. De led licht groen op wanneer de
starthulp volledig is opgeladen.
De mini-starthulp kan veilig 24 uur per dag en 365 dagen per jaar opgeladen
blijven (indien nodig). De laadpoort in het bedieningspaneel beschikt over een
automatische sensor die detecteert wanneer de mini-starthulp is opgeladen en
schakelt zichzelf automatisch uit; hierdoor is er geen kans op oververhitting.
Startprocedure voertuig - Opmerking:
Raadpleeg voor de aanbevolen starthulpinstructies altijd de documentatie van de
voertuigfabrikant (handleiding of werkplaatshandleiding).
4
Startprocedure voertuig
1. Schakel alle elektrische verbruikers van het voertuig UIT.
2. Draag oogbescherming.
3. Draai de schakelaar voedingsspanning/meetpen (E) naar rechts (meetpen).
Meet de spanning van de voertuigaccu met de meetpennen; sluit hierbij de
rode meetpen aan op de pluspool en de zwarte meetpen op de minpool van
de accu. Idealiter mag de spanning van de voertuigaccu niet zijn gedaald
onder 12,4 V voor een succesvolle starthulp.
4. Sluit eerst de rode kabelklem (B) aan op de pluspool van de voertuigaccu (+).
5. Sluit vervolgens de zwarte kabelklem (A) aan op de minpool van de
voertuigaccu (-).
6. Start de motor. Beperk de duur van de startpogingen tot maximaal 4-5
seconden per keer.
7. Laat de mini-starthulp na mislukte startpogingen ongeveer 3 minuten
afkoelen. Onderbreek de startprocedure wanneer de motor na 3 pogingen
niet kan worden gestart.
Ontkoppel eerst de zwarte kabelklem (-) en vervolgens de rode kabelklem (+) van
de polen van de voertuigaccu nadat de motor is gestart.
Bij een draaiende motor kunnen de meetpennen opnieuw worden gebruikt om de
spanning van de voertuigaccu en de laadfunctie van de dynamo (minimaal 13,6 –
14,5 V) te controleren.
Zet de schakelaar voedingsspanning/meetpen (E) na voltooien in de middenstand
(OFF) en berg de meetpennen op in hun compartiment.
Specificaties
Afmeting (met
17 cm (lengte) x 18 cm (breedte) x 15,5 cm (hoogte)
kabels)
Gewicht
5,1 kilogram
Ledlampjes
Twee heldere ledlampjes
A: Voor verlichten onder de motorkap of het accucompartiment tijdens
aansluiten van de mini-starthulp.
B: Gebruiken als waarschuwings-/SOS-signaal
Vermogen
12V(DC)-aansluiting: (max. 10 A)
Directe max. stroom:
1200 A
240V-laadstroom:
100-240VAC-lader, 50/60 Hz, UL, CE-gecertificeerd
2 USB-poorten
Vermogen 5V, totaal 2000 mA
Oplaadbare accu
Zuuraccu 12 VDC/14 Ah
Voertuigbereik
Voertuigen met 4/6/V6/V8-cilinder-benzinemotor tot 6.5L en 2.5L- tot
3.0L-dieselmotoren
5