Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de werking tijdens het testen niet resulteert in een vals brandalarm. Als het brandalarmsysteem wordt bewaakt door een alarmontvangstcentrum (ARC), moet de verzending worden voorkomen (bijvoorbeeld door het SmartCell-bedienpaneel in een passende testmodus te zetten) voordat de routinetest wordt uitgevoerd, omdat bij tests onder normale omstandigheden oproepen niet zijn toegestaan.
‘Een geval van brand verwijderen' in de SmartCell-gebruikershandleiding (TSD113) voor meer informatie. Zorg ervoor dat SmartCell Services-berichten zijn ontvangen op de melder van de ontvanger (indien van toepassing). Neem contact op met de PAC (indien van toepassing) om te bevestigen dat het testsignaal is ontvangen en het signaal zich nu in de normale status bevindt.
IEE-bedradingsvoorschriften. Eventuele gebreken moeten worden vastgelegd in het SmartCell-logboek en aan de verantwoordelijke persoon worden gemeld, en er moeten herstelmaatregelen worden genomen. Na afronding van het werk moet een testcerti caat aan de verantwoordelijke persoon worden gegeven.