5.5 Memory (geheugen)
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en te
veranderen.
De geheugenfunctie zorgt ervoor dat in geval van stroomuitval alle ingestelde waarden worden opgeslagen.
(Fabrieksinstelling: geheugen aan).
5.6 Stufe 0 MV (stand 0 MV)
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en te
veranderen.
Stufe 0 MV uit = optionele magneetklep is gesloten als de ventilatoren niet draaien.
Stufe 0 MV var = optionele magneetklep wordt afhankelijk van de instelling bij Verwarming variabel bediend
als de ventilatoren niet draaien.
(Fabrieksinstelling: stand 0 MV uit).
5.7 Nachlauf (uitschakelvertraging)
Druk op de multifunctionele draaiknop en draai eraan om de bijbehorende data te selecteren en te
veranderen.
Uitschakelvertraging bij deurcontactbedrijf instelbaar van 10 - 300 sec. (Fabrieksinstelling: uitschakel-
vertraging 60 sec.).
6. Foutberichten worden in het oranje weergegeven
De weergave Keine Freigabe (geen vrijgave) verschijnt wanneer het gebouwbeheersysteem (DDC) de lucht
-gordijninstallatie niet vrijgeeft voor gebruik. De installatie kan niet in bedrijf worden genomen.
Foutbericht annuleren
Het bericht wordt automatisch geannuleerd zodra het gebouwbeheersysteem de installatie heeft vrijgegeven.
7. Storingen worden in het rood weergegeven
De weergave Frostalarm (vorstbeveiliging) verschijnt als de temperatuur van de aangevoerde lucht onder
ca.7°C daalt op de optionele vorstbeveiligingsthermostaat. De ventilatoren worden uitgeschakeld en de
optionele magneetklep wordt geopend.
Deze functie heeft altijd voorrang!
Foutbericht annuleren
Als het risico van bevriezing is geweken, wordt het foutbericht automatisch geannuleerd en wordt de normale
werking van de luchtgordijninstallatie hervat.
De weergave Motortemperatur (motortemperatuur) verschijnt als er een storing optreedt in de
ventilatormotoren. De defecte ventilator wordt buiten werking gesteld.
De installatie moet worden nagekeken (neem contact op met een gespecialiseerd installatiebedrijf).
Foutbericht annuleren
Druk op de toets Mode (weergave PGM Mode). Draai aan de multifunctionele draaiknop om de optie
Quittierung (annuleren) te selecteren en druk op de draaiknop om de selectie te bevestigen.
8. Bijzonderheden
Met de GTM II EC-besturing kunnen maximaal 10 luchtgordijninstallaties worden beheerd met één bedienings
-paneel. Hiervoor is elke printplaat voorzien van een coderingsschakelaar. De codering luidt:
0= MASTER, 1 - 9 = SLAVE.
LET OP: gebruik voor twee installaties nooit dezelfde codering.
In geval van storing wordt het foutbericht gegenereerd als verzamelstoring in de MASTER-installatie.
Bij Motortemperatur (motortemperatuur) wordt alleen de defecte ventilator buiten werking gesteld.
Als de installatie wordt ingeschakeld, moeten eerst de slave-installaties van voeding worden voorzien.
Potentiaalvrij-berichten
Functieberichten en storingsberichten zijn op de printplaat beschikbaar in de vorm van omschakelaars.
Als in de programmeermodus (PRG Mode) meer dan 60 seconden geen invoer volgt, wordt de modus
automatisch beëindigd.
3