8. WAARSCHUWINGEN VOOR HET
Om veilig te kunnen werken, dient men de hieronderstaande waarschuwingen in acht te nemen.
• Men dient de apparatuur te gebruiken met inachtneming van de geldende veiligheidsnormen
van het land waar het product verkocht is.
• Het is STRIKT VERBODEN te roken tijdens de handeling, installatie en gebruik van de
snijeenheid.
• Alvorens de apparatuur in bedrijf te stellen, dient de klant alle wettelijke normen en
geldende voorschriften m.b.t. de veiligheid, de preventie van ongevallen en hygiëne op
de arbeidsplaats door te nemen en te laten respecteren. Hij dient vervolgens de plicht op
zich te nemen om alle normen en richtlijnen geldend binnen de sportaccomodaties waar
de apparatuur gebruikt wordt, te kennen en zorgvuldig na te leven.
• De snijeenheid functioneert ook zonder beschermingen. Deze dienen NOOIT
verwijderd te worden.
• Men dient altijd de weerstand van het te snijden materiaal en het te gebruiken type
lemmet te controleren.
• De klant dient ervoor te zorgen dat het personeel dat de apparatuur in gebruik neemt alle
noodzakelijke beschermkleding tegen ongevallen draagt. inclusief de eventuele kleding die
door de fabrikant voorgeschreven wordt om werkzaamheden uit te voeren in bijzonder
gevaarlijke situaties tijdens de installatie of van de zone waar het personeel aan het werk is.
• Voer nooit afstellingen uit wanneer het mes in bedrijf is en de stekker van de apparatuur
in het stopcontact zit.
• Zich altijd ervan vergewissen dat de voedingskabel niet door het mes gesneden of
beschadigd kan worden.
• De montering van een snijeenheid DD120DT op O.E.M. machines is alleen toegestaan
wanneer de originele structuur van de apparatuur niet veranderd wordt. Is dit niet het
geval, dan dient men deze handeling door Rasor
9. ELEKTRISCHE AANSLUITING
In eerste instantie, controleren of de elektrische stroom-toevoerleiding overeenkomt met de
apparatuur, volgens de veiligheidswet (voor de gevraagde eigenschappen zie sectie 5).
OPGELET
Het is raadzaam om de eenheid stroomopwaarts van een magnetothermische stroomonderbreker
te voorzien en de werking van de aardaansluiting na te gaan.
Altijd de stroom afkoppelen alvorens welke werkzaamheden dan ook op de voedingskabel te
verrichten. Controleren of de elektrische aansluiting en de veiligheidsvoorzieningen
overeenkomen met de drijfkrachtswaarden en met de gegevens op het identificatieplaatje
(spanning, stroom) die voor het elektrische circuit nodig is. Voor alle werkzaamheden
m.b.t. het elektrische circuit dienen de vereisten van de richtlijn EG 11-27/1 door de gebruiker
van de apparatuur in acht te worden genomen. Voor werkzaamheden in de aanwezigheid
van spanning, dient de werkgever ervoor te zorgen dat de gebruiker op geschikte wijze
geschoold wordt. De snijeenheid DD120 DT wordt geleverd met voedingskabel. Deze is reeds
op de aftakdoos die zich aan de zijkant van de motor bevindt, aangesloten. De gebruiker
dient de snijeenheid op het stroomnet aan te sluiten (de kabel is in overeenstemming met de
richtlijnen CEI 20-22 III). De lengte van de geleverde kabel niet veranderen. Als deze te kort
is, dient de kabel vervangen te worden.
te laten goedkeuren.
®
NL
8