Installatiehandleiding
ProSAFE® Single Band 802.11n Wireless Access Point WN203
Volg de instructies in deze installatiegids om uw ProSAFE® Single Band 802.11n
Wireless Access Point WN203 in te stellen. Raadpleeg de referentiehandleiding voor
informatie over geavanceerde configuratieopties.
Opmerking:
In deze installatiehandleiding wordt met het access point het Wireless
Access Point WN203 bedoeld.
Inhoud van de verpakking
Open de doos en controleer of alles erin zit:
•
Wireless Access Point WN203
•
Category 5 Ethernet-patchkabel
•
Netvoedingsadapter en netsnoer (12 V, 1 A)
•
Houder
•
Twee schroeven voor wandmontage en verankeringen
•
Installatie-cd
•
Installatiehandleiding
Het access point instellen
U kunt het access point middels 3 handelingen instellen:
•
Sluit het access point aan op uw computer.
•
Configureer het LAN en de instellingen voor draadloze toegang.
•
Controleer de draadloze verbinding.
Deze handelingen nemen gezamenlijk ongeveer 10 minuten in beslag.
Tip:
Installeer het access point en controleer of u verbinding met het draadloze
netwerk kunt maken voordat u het access point op een hoge positie plaatst.
Het access point aansluiten op uw computer
1.
Maak een computer met een Ethernet-adapter gebruiksklaar:
a. Noteer als deze computer reeds deel van uw netwerk uitmaakt de instellingen
van de TCP/IP-configuratie.
b. Stel het statische IP-
adres van de computer
in op 192.168.0.210 en
het subnetmasker op
255.255.255.0.
2.
Sluit een Ethernet-kabel
op de Ethernet-poort van
de computer aan
(bij de letter A op de
afbeelding).
3.
Sluit het andere einde van
de kabel op de Ethernet
LAN-poort op het
achterpaneel van het
access point aan (bij de
LAN-poort
letter B op de afbeelding).
4.
Sluit de
netvoedingsadapter
op het access point
aan en steek de
netvoedingsadapter
vervolgens in een
stopcontact.
5.
Controleer het volgende:
Console-poort
Netvoedingslampje. Het netvoedingslampje brandt groen.
Controleer de verbindingen als het netvoedingslampje niet brandt. Controleer
als het stopcontact over een wandschakelaar beschikt of deze is
ingeschakeld.
Testlampje. Het testlampje knippert oranje bij het opstarten en stopt na
ongeveer 1 minuut.
LAN-lampje. Het LAN-lampje geeft de LAN-snelheid aan: groen voor
1000 Mbps, oranje voor 100 Mbps of 10 Mbps. Als er geen verbinding is,
brandt het LAN-lampje niet.
WLAN-lampje. Het WLAN-lampje brandt blauw. Dit betekent dat de
draadloze LAN (WLAN) gereed is.
Het LAN en de instellingen voor draadloze toegang
configureren
1.
Voer op de computer die is verbonden met het access point http://192.168.0.100
in de adresbalk van een browser in.
Er wordt een aanmeldingsscherm
weergegeven.
2.
Voer admin in als gebruikersnaam en
password als wachtwoord. Beide dienen
A
in kleine letters te worden ingevoerd.
De webinterface voor beheer van het
access point wordt weergegeven. Met
B
het menu kunt u door de verschillende
schermen navigeren.
3.
Selecteer Configuration (Configuratie) > System (Systeem) > Basic (Basis) >
General (Algemeen) in het menu.
a. Voer in het naamveld van het access point een unieke naam of de
standaardnaam in.
b. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Country/Region (Land/regio) het land
waarin het access point is geplaatst.
B
c. Klik op Apply (Toepassen).
4.
Selecteer in het menu Configuration (Configuratie) > IP > IP Settings
(IP-instellingen).
Het standaard-IP-adres van het access point is het statische IP-adres 192.168.0.100
met het subnetmasker 255.255.255.0. De DHCP-client is uitgeschakeld.
a. Configureer de IP-instellingen voor uw LAN.
b. Klik op Apply (Toepassen).
Voedingsaansluiting
Tip:
Als u het access point configureert als een DHCP-client, reserveer
dan een IP-adres op de DHCP-server in uw netwerk door het MAC-
adres van het access point te koppelen aan het IP-adres dat door de
DHCP-server wordt verstrekt. De volgende keer dat u zich aanmeldt
bij het access point dient u het gereserveerde IP-adres te gebruiken.
5.
Selecteer in het menu Configuration (Configuratie) > Security (Beveiliging)>
Profile Settings (Profielinstellingen).
a. Configureer 1 of meerdere beveiligingsprofielen voor uw draadloze netwerk.
b. Klik na de configuratie van elk beveiligingsprofiel op Apply (Toepassen).
Opmerking:
standaard ng (dat wil zeggen, 802.11ng).
Opmerking:
de configuratieopties.
de draadloze radio is standaard ingeschakeld en de draadloze modus is
de online help en de referentiehandleiding bevatten meer informatie over