Pagina 1
Record the serial number, found on the back of the unit, in the spaces designated on the warranty card, and in the space provided below. Refer to the model and serial numbers whenever you call upon your Kenwood dealer for information or service on the product. Model CMOS-320/CMOS-220 Serial number...
• Dit product is ontworpen om de chauffeur te ondersteunen toestel. bij het achteruitrijden, maar de camerabeelden laten niet alle gevaren en obstakels zien. Kijk voor de zekerheid achter u bij het Sluit de draden in de kabelboom aan. Doe dit in achteruitrijden. de onderstaande volgorde: massa, ontsteking en • Dit product is uitgerust met een groothoeklens, dus het beeld cameratoestel. dichtbij is breed en het beeld veraf is smal, waardoor een onjuist gevoel voor afstand kan ontstaan. Kijk voor de zekerheid achter u Installeer het toestel in uw auto. bij het achteruitrijden. Sluit de - accu weer aan. • Laat uw auto niet wassen in de autowasinstallatie of met water onder hoge druk aangezien dit ertoe kan leiden dat water de camera binnendringt of de camera op de grond valt. WAARSCHUWING • Controleer of de camerabeugel goed is bevestigd voordat u gaat • Als u de ontstekingsdraad (rood) aansluit op het autochassis rijden. (aarde), kan er kortsluiting en vervolgens brand ontstaan. Sluit Zitten de schroeven los? deze kabels altijd aan op de voedingsbron die door de zekeringkast - Zit de camerabeugel stevig vast? loopt. - Wanneer de achteruitrijcamera losraakt tijdens het rijden kan hij • Knip de zekering niet los van de ontstekingsdraad (rood). De een ongeval veroorzaken. voeding moet via de zekering worden aangesloten op de draden. • Voordat u het apparaat definitief installeert, sluit u eerst tijdelijk de draden aan om te controleren of alles goed is bevestigd en of de camera en het systeem werken. CMOS-320/CMOS-220...
Pagina 3
• Installeer de camera zodanig dat het zicht door de achterruit niet wordt belemmerd. • Installeer de camera zodanig dat deze niet aan de zijkant van de auto uitsteekt. Voedingskabel..1 • Installeer de camera niet als het regent of mistig is. • Als de luchtvochtigheid hoog is, droogt u het oppervlak af waarop de camera moet worden bevestigd, voordat u tot installatie overgaat. • Vocht op het bevestigingsoppervlak vermindert de kleefkracht, waardoor de camera kan losschieten. • Bevestig de camerabeugel niet op onderdelen van de carrosserie die zijn behandeld met fluorkoolstofhars of op glas. CMOS-320 CMOS-220 • Dit kan tot gevolg hebben dat de achteruitrijcamera er af valt. - Giet geen water over de camera. - Stel de camera niet bloot aan regen. - Ga niet onnodig ruw om met de camera. Doorvoerrubber..1 - Maak de camera grondig schoon bij gebruik van tape om het Klemschroef camerabeugel..1 apparaat vast te zetten. • Raadpleeg de instructiehandleiding voor nadere details over het aansluiten van andere camera's en voer vervolgens de aansluiting op correcte wijze uit. • Bevestig de draden met kabelklemmen of kleefband. Bescherm de bedrading door er kleefband omheen te wikkelen op plaatsen waar de bedrading metalen onderdelen raakt.
En installeer hem ook recht in de rijrichting vooruit/achteruit van het voertuig. De CMOS-320 moet worden geïnstalleerd op een hoogte van 30 Voorkom dat de camera in de andere richtingen van de auto tot 80 cm of meer.
Pagina 5
Als de camera is geïnstalleerd als een Richtlijn achteruitzichtcamera: Bij het installeren van de CMOS-320 als Zet de transmissiehendel in de R-stand vooruitzichtcamera: (achteruit) om het beeld aan de achterkant van Voordat u de camerahoek afstelt, moet u “Camera- de auto te laten weergeven.
Kenwood navigatiesysteem, dan wordt deze schakeleenheid alleen gebruikt voor het instellen van de identificatie van de CMOS-320 unit. U hoeft de schakeleenheid dus niet met dubbelzijdig plakband vast te maken. Voor het instellen van de identificatie raadpleegt u “Camera-identificatie instellen”...
Aansluitingen Basisaansluitingen Aansluiten op de video-ingang van de achteruitrijcamera of de externe video-ingang van de videomonitor. Videosnoer Navigatiesysteem/videomonitor (afzonderlijk leverbaar) Voedingskabel Sluit de camera aan op het camera-aansluitsnoer. Camera Lengte camerakabel: 1,5 m, voedingskabel: 7,5 m Schakeleenheid (uitsluitend CMOS-320): 1 m CAM+ (groen/rood) CAM- (groen/wit) Zekering ( 2A ) Zekering Contactsleutel Accessoirevoeding (ACC) Accessoirekabel (rood) Aansluiten op de IN/UIT-schakelbare voeding. Niet aansluiten op een permanent ingeschakelde voeding. Hoofdzekering Massakabel (zwart) Aansluiten op een metalen deel van de auto (een onderdeel van het chassis dat aangesloten is op de negatieve zijde van de voeding). Accu MASSA OPGELET • W anneer het contactslot van uw auto geen ACC-stand kent, takt u de draad af die van spanning wordt voorzien wanneer het contactslot in de stand ON staat en sluit u deze aan op de accessoirevoedingsdraad. • V oordat u verdergaat, controleert u of de contactsleutel niet in het contactslot is gestoken en koppelt u de massakabel (-) los bij de accu om kortsluitingen te vermijden. CMOS-320/CMOS-220...
Aansluiten op het systeem (uitsluitend CMOS-320) • T ijdens het aansluiten van de camera op een Kenwood-navigatiesysteem enz. (bedieningstoestel) uitgerust met de camerabedieningsfunctie, gebruikt u de meegeleverde verbindingskabel voor het bedieningstoestel. Hiermee kan het bedieningstoestel de displayweergave schakelen en tevens de camera verstellen door het aanraken van het scherm van het bedieningstoestel. • W anneer twee CMOS-320-camera’s worden gebruikt (voor de voor- en de achterkant), moet er een identificatie worden ingesteld voor de camera aan de voorkant. Voor de details raadpleegt u “Camera-identificatie instellen” (pagina 55). • S luit de voeding op dezelfde wijze aan als in “Basisaansluitingen”. • De meegeleverde schakeleenheid wordt niet gebruikt voor aansluiting op het systeem. Aansluiten van 2 camera’s Videosnoer Aansluiten op de speciale video-ingang voor de achteruitrijcamera. Voedingskabel Camera 1 (gebruikt als achteruitrijcamera) CAM+ (groen/rood) Aansluiten op de CAM- (groen/wit) camerabedieningsaansluitingen van het bedieningstoestel. Camera 2 (gebruikt als vooruitcamera) Voedingskabel Aansluiten op de externe video-ingang. Selecteer Videosnoer de externe video-ingang om het camerabeeld te controleren.
Camera instellen (uitsluitend CMOS-320) Bediening schakeleenheid Bij het installeren van de vooruitzichtcamera op een hoogte van 50 cm of meer: De schakeleenheid kan worden gebruikt om de Ga te werk op dezelfde manier als bij de beeldweergavemodus te schakelen, de weergave van de achteruitzichtcamera. begeleidingslijnen te tonen/verbergen en de camera te Bij het installeren van de vooruitzichtcamera op verstellen.
Pagina 10
Camera instellen (uitsluitend CMOS-320) Camera-instellingsprocedure Selecteer [Standard] (Standaard) als u de camera installeert op een hoogte van 50 cm tot 80 cm. Selecteer [Lower] (Onder) als u de camera installeert op een Voer vooraf alle noodzakelijke aansluitingen uit. hoogte van 30 cm tot onder 50 cm.
Pagina 11
Wanneer de afstelling in het huidige, beschikbare bereik niet mogelijk is, verandert u de camerapositie voordat u het opnieuw probeert. Na het voltooien van de afstelling drukt u op de weergavetoets. Hiermee gaat u verder naar “OVERHEAD VIEW IMAGE ADJUSTMENT (Up-and-Down ANGLE)”. CMOS-320/CMOS-220...
Camera instellen (uitsluitend CMOS-320) Voor afstellen van begeleidingslijnen • De hierna volgende afstellingen stellen de afmetingen, lengtes en posities van de begeleidingslijnen af die in het groothoekbeeld en het bovenaanzicht worden getoond. Standaard worden de drie hieronder getoonde begeleidingslijnen weergegeven, ervan...
Beweeg de rode lijn tot aan de rand van de bumper van Geef het beeld van de vooruitzichtcamera uw auto. Als de rand van de bumper van uw voertuig niet weer op de monitor van het Kenwood zichtbaar is op de monitor, verplaats dan de rode lijn rondom navigatiesysteem.
Ultragroothoekbeeld Groothoekbeeld met een horizontale hoek van ongeveer 195°. Voor het aansluiten van de camera op een Kenwood- navigatiesysteem enz. (bedieningstoestel) uitgerust met de camerabedieningsfunctie, gebruikt u de meegeleverde verbindingskabel voor het bedieningstoestel. Hiermee kan het bedieningstoestel tevens de displayweergave schakelen door het aanraken van het scherm van het bedieningstoestel (pagina 50).