Gebruiks- en Onderhoudsgids
BEREIDINGSZONE IN/UITSCHAKELEN EN KOOKVERMOGENS
REGELEN
De kookzones inschakelen:
1 .
Schakel de kookplaat in . Als een recipiënt al op zijn plaats staat,
detecteert het kookelement het automatisch . Selecteer de
aangeduide zone en kies het vermogen .
2 .
Zet de kookpot in de gekozen bereidingszone en ga na of het één
of meerdere referentietekens op het oppervlak van de kookplaat
bedekt .
* Als u deze positie gebruikt, verzekert u dat het voordeel van de maximale
vermogenoutput.
Let op: Bedek het display of de schuifbediening niet met accessoires. Als er
gereedschap op een van de displays ligt, werkt het kookelement mogelijk niet
goed. Op het rechterdisplay wordt de melding "CONTROLEER AANRAAKZONE,
verwijder het voorwerp binnen de minuut" weergegeven. Verwijder het voorwerp
en wacht tot de melding verdwijnt. Als het probleem aanhoudt, koppelt u de
kookplaat los van het stroomnet en sluit u het vervolgens terug aan.
In de kookzones in de buurt van het bedieningspaneel is het raadzaam om
pannen binnen de markeringen te houden. Dit geldt zowel voor de bodem
als voor de bovenrand van de pannen, die vaak breder is.
Hierdoor wordt oververhitting van het touchpad voorkomen. Voor grillen of
frituren gebruikt u zo mogelijk de achterste kookzones.
3 .
Selecteer de bereidingszone of flexibele zone op het linkerdisplay .
4 .
Stel het gewenste vermogensniveau in door met uw vinger te
drukken op of horizontaal te schuiven over de schuifbediening .
Het ingestelde vermogensniveau wordt weergegeven op het paneel van
de geselecteerde bereidingszone .
Elke kookzone heeft verschillende verwarmingsinstellingen, die gaan
van "1" (minimaal vermogen) tot "18" (maximaal vermogen) .
Met de schuifbediening kan ook de snelopwarmfunctie worden
gekozen, die met de letter "P" wordt aangegeven op het display .
Let op: Als de pan niet geschikt is voor een inductiekookplaat, als hij
niet correct is geplaatst of geen geschikte afmetingen heeft, begint het
paneel van de bereidingszone te knipperen. Als er binnen 30 seconden
na de selectie geen pan wordt geregistreerd, dan wordt de kookzone
uitgeschakeld.
De kookzones uitschakelen:
Selecteer de bereidingszone op het linkerdisplay en druk op de "UIT"-
toets bovenaan de schuifbediening . Als de kookzone nog warm is,
verschijnt de restwarmte-indicator "H" op het betreffende paneel .
Wanneer een bereidingszone wordt gebruikt die uit verschillende
zones bestaat, kan de kookpot op eender welk punt van de actieve zone
geplaatst worden . De kookplaat herkent automatisch de positie van de
kookpot .
Als u nog een kookpot op de geactiveerde bereidingszone wenst toe te
voegen, gebruikt u het commando "Plaats een kookpot"
kookplaat de nieuwe pot detecteert .
Om te voorkomen dat de kookplaat onbedoeld wordt ingeschakeld
tijdens het reinigen of dat de bedieningselementen onbedoeld
veranderd worden, drukt u 3 seconden op de toets "Toetsvergrendeling"
*
functie is ingeschakeld .
Het bedieningspaneel wordt vergrendeld, met uitzondering van de
uitschakeltoets .
Om de bedieningselementen opnieuw te activeren drukt u opnieuw 3
seconden op de toets "Toetsvergrendeling"
gaat uit en de kookplaat is weer actief .
Wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, kan de rechterdisplay gebruikt
worden als kookwekker .
De kookwekker inschakelen:
1 .
2 .
3 .
4 .
De kookwekker wijzigen of uitschakelen:
1 .
2 .
De kookzones kunnen geprogrammeerd worden om automatisch te
worden uitgeschakeld .
De bereidingstijd instellen:
1 .
2 .
3 .
4 .
De kookwekker wijzigen of uitschakelen:
1 .
2 .
3 .
Er kan een bereidingstijd ingesteld worden voor elke zone of flexibele
zone met dezelfde procedure .
PLAATS EEN KOOKPOT
VERGRENDELING
:
een geluidssignaal en een waarschuwingslampje geven aan dat de
KOOKWEKKER
Schakel de kookplaat in .
Druk op het pictogram van de zandloper
het functiebeheer wordt weergegeven .
Gebruik de +/- toetsen om de tijd in te stellen .
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal .
Druk op het pictogram van de zandloper
het functiebeheer wordt weergegeven .
Gebruik de + en - toetsen om de gewenste tijd opnieuw in te stellen
of druk op de "STOP"-toets om de kookwekker uit te zetten .
DE BEREIDINGSDUUR INSTELLEN
Selecteer de bereidingszone en stel het vereiste vermogensniveau in .
Druk op het pictogram van de stopwatch
het functiebeheer wordt weergegeven .
Gebruik de +/- toetsen om de tijd in te stellen .
Wanneer de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld .
Selecteer de actieve bereidingszone .
Druk op het pictogram van de stopwatch
het functiebeheer wordt weergegeven .
Gebruik de + en - toetsen om de gewenste tijd opnieuw in te
stellen of druk op de "STOP"-toets om de ingestelde bereidingstijd
te wissen .
NL
zodat de
.
Het waarschuwingslampje
dat op het display van
dat op het display van
at op het display van
dat op het display van
7