De oplader met een computer verbinden
U kunt één of meerdere opladers op een computer aansluiten . Het programma Conference Cont-
rol, dat wordt meegeleverd, maakt het mogelijk om meerdere opladers en ontvangers centraal en
gemakkelijk te configureren en te bewaken .
Daarvoor heeft de oplader een netwerkverbinding met de computer nodig . De oplader kan zowel
rechtstreeks met een losse computer worden verbonden alsmede in een bestaand netwerk worden
geïntegreerd . Een oplader kan niet met meerdere computers gelijktijdig communiceren .
De oplader werkt ook zonder computerverbinding
De netwerkkabel aansluiten
9
Sluit de netwerkbus
9
werkkabel (RJ45 CAT .5E, wordt niet meegeleverd) op elkaar aan .
Installeer het programma Conference Control .
Configureer de netwerkcommunicatie tussen het programma Conference Control en de oplader
(zie de gebruiksaanwijzing van het programma Conference Control op de meegeleverde CD)
De oplader op het stopcontact aansluiten/stekker uit het stop-
contact trekken
VOORZICHTIG!
GEVAAR DOOR ELEKTRISCHE SCHOK!
Wanneer u de oplader op een ongeschikte voedingsspanning aansluit, kan de oplader worden be-
schadigd!
Zorg door gebruik te maken van een netkabel met een driepolige stekker voor een betrouwbare
aarding van de oplader . Dit geldt met name voor netaansluitingen die niet direct, maar bijv . via
een verlengsnoer of een multistekkerdoos zijn aangesloten .
Vermijd overbelasting van het stroomcircuit . Zorg eventueel voor een overstroombeveiliging .
Om de oplader op de voedingsspanning aan te sluiten:
Steek een netkabel (wordt niet meegeleverd) in de netbus 10 .
Steek de stekker in het stopcontact .
Om de oplader los te koppelen van de voedingsspanning:
Trek de stekker uit het stopcontact .
en een Ethernet-contactdoos van het netwerk m .b . v . een standaard net-
10
De oplader in gebruik nemen
L 2021-40 | 10/15