De MODUS knop opties
De MODUS knop wordt gebruikt om de programmeerfuncties van het toestel te openen. De
geselecteerde functie wordt op de onderste lijn van de LCD weergegeven. Elke parameter wordt
hieronder vermeld met een gedetailleerde uitleg over zijn gebruik. Druk op de MODUS knop om
naar de volgende parameter te gaan.
EMS (Stralingsvermogenwaarde)
Gebruik de OMHOOG en OMLAAG pijlen om de stralingsvermogenwaarde te wijzigen (het
bereik is van 0,10 tot 1,00). De huidige instelling van het stralingsvermogen wordt altijd aan
de bovenkant van de LCD weergegeven. Een instelling van 0,95 bedekt ongeveer 90% van
alle applicaties. Het stralingsvermogen wordt uitgebreid besproken in een ander hoofdstuk
van deze handleiding.
MAX (Maximum functie)
In de MAX modus, alleen de hoogste waarde opgemeten tijdens de huidige metingsessie
wordt weergegeven in het MAX display.
MIN (Minimum functie)
In de MIN modus, alleen de laagste meting wordt weergegeven.
DIF (Max minus Min waarde)
In de DIF modus, de MAX min de MIN wordt weergegeven.
AVG (Gemiddelde waarde)
In de AVG modus, het gemiddelde van alle metingen in de huidige metingsessie wordt
berekend en deze waarde wordt weergegeven.
HAL (Instelling hoog alarm)
De temperatuur dat, wanneer overschreden, de activering van een geluids/visueel alarm
veroorzaakt.
LAL (Instelling laag alarm)
De temperatuur dat, wanneer overschreden van hoog naar laag, de activering van een
geluids/visueel alarm veroorzaakt.
T k (Type K contact thermokoppelsensor functie)
De temperatuurmeting van de type K contactsonde wordt weergegeven naast het 'T k'
symbool. Het display geeft streepjes '-----' weer als de sensor niet goed in de meter is
geplaatst.
LOG 1 tem 20 (Interne datalogger voor 20 metingen)
Druk herhaaldelijk op de MODE knop totdat het LOG symbool in de linkerbenedenhoek
wordt weergegeven. Voer een meting uit en druk op de SET knop om de meting op te slaan
in de locatie weergegeven door het nummer dat naast het LOG symbool is vermeld. Gebruik
de pijltoetsen om de 20 opslaglocaties te doorlopen. Enkel streepjes geeft aan dat er geen
meting in een geheugenlocatie is opgeslagen.
Automatische regeling van het stralingsvermogen
De 42515 heeft het vermogen om automatisch de instelling van het stralingsvermogen te
kalibreren. Om dit te verwezenlijken moet de temperatuur van het te meten oppervlak wel boven
de 100ºC (212ºF) zijn.
Volg onderstaande stappen om de automatische regeling van het stralingsvermogen te
gebruiken:
1. Druk op de MODUS knop totdat het EMS (stralingsvermogen) symbool verschijnt op de
onderste lijn van de LCD.
2. Druk op de achtergrondverlichting/laserknop en houd deze ingedrukt totdat het EMS
symbool begint te knipperen en de stralingsvermogenwaarde wordt weergegeven als "___".
3. De IR temperatuur wordt weergegeven op de middelste lijn van de LCD en de type K
temperatuur wordt weergegeven op de onderste lijn van de LCD.
4. Raak het oppervlak aan met de type K sensor en voer tegelijkertijd een meting uit.
5. Druk op de OMHOOG of OMLAAG pijlknop van zodra de IR en de type K meting
gestabiliseerd zijn. De nieuwe stralingsvermogenwaarde wordt nu weergegeven.
6. Ga verder met het uitvoeren van metingen.
5
42515-EU-NL-V4.4-9/10