Aanvullende informatie (inclusief storingen zoeken en service) kunt u vinden in de afzonderlijke
hoofdstukken van de Instructies voor gebruik.
Sorteer het wasgoed volgens
de verzorgingssymbolen
Niet drogen in wasdroger
Geschikt voor wasdroger –
bij lage temperaturen
Geschikt voor wasdroger
Wasgoed voorbereiden
Droger laden
Programma kiezen
Opties selecteren
(indien beschikbaar)
Droger starten
Einde programma –
wasdroger leegmaken
Droger uitschakelen
Pluisfilter na iedere cyclus reinigen: open de deur, trek het pluisfilter omhoog en uit de machine en open het. Verwijder het
pluis met behulp van een zachte borstel of met uw vingertoppen. Sluit het deurfilter en druk het stevig terug op zijn plaats.
Watercontainer leegmaken: trek de container aan de hendel naar buiten en maak deze leeg. Breng de lege container weer
aan en druk deze helemaal terug op zijn plaats.
Let op! Gebruik alleen additieven/kunststof voorwerpen die wasdrogerveilig zijn, en spoel voorwerpen die met vlekverwijderaar
zijn behandeld grondig met ruim water af alvorens ze te drogen. Droog nooit rubber voorwerpen of voorwerpen die met
plantaardige olie zijn bevlekt in de wasdroger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan wasgoed, veroorzaakt door ongeschikte of onjuiste
wasinstructies die in het artikel of in het kledingstuk vermeld zijn.
BEDIENING VAN DE MACHINE
Sorteer wasgoed naar:
Materiaaldikte: wanneer er meer wasgoed is dan de wasdroger aankan, dient u het wasgoed
te scheiden naar gewicht (bijv. droge handdoeken en dun ondergoed afzonderlijk).
Type materiaal: katoen (linnen); synthetisch textiel (easy-care).
Gewenste droogheid: kastdroog, strijkdroog, enz.
Niet drogen in wasdroger: nylon kousen, fijn borduurwerk, stoffen met metalen decoraties,
omvangrijke artikelen zoals slaapzakken of kussens.
Controleer dat alle bevestigingen vastgemaakt zijn en dat zakken leeg zijn.
Controleer of het wasgoed sigarettenaanstekers bevat.
Keer wasgoed binnenstebuiten.
Plaats het wasgoed losjes in de trommel zodat het gelijkmatig kan drogen.
Sluit vervolgens de deur.
Kies het gewenste droogprogramma door de programmakeuzeknop te verdraaien (zie voor
meer informatie de programmatabel).
Kies het gewenste programma door op de bijbehorende toets te drukken.
Het controlelampje boven de betreffende toets gaat branden om uw keuze te bevestigen.
Een snel knipperend lampje geeft aan dat een verkeerde keuze is gemaakt (niet compatibele
opties).
Druk opnieuw op de toets om de optie te annuleren.
Het droogprogramma is gestart met behulp van de toets"Start (Pauze)".
Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Programmakeuze wijzigen: Indien het gekozen programma tijdens het drogen wordt
gewijzigd, stopt de wasdroger. Het "Start (Pauze)" controlelampje knippert.
Om het nieuwe programma in te schakelen, drukt u opnieuw op de "Start (Pauze)" toets.
Programma onderbreken: Om een droogcyclus te onderbreken, drukt u op de toets "Start
(Pauze)" en open de deur. Wacht minstens 5 minuten voordat u de wasdroger leegmaakt,
zodat het wasgoed kan afkoelen. Voor uw veiligheid wordt de droogcyclus automatisch gestopt
wanneer de deur geopend wordt. Om opnieuw te starten na het openen van de deur, sluit u de
deur en drukt u nogmaals op de toets "Start (Pauze)".
Waarschuwing: Stop een wasdroger nooit voor het einde van de droogcyclus, tenzij alle
artikelen snel verwijderd en uitgespreid worden om de hitte te laten ontsnappen.
Het laatste deel van een droogcyclus verloopt zonder hitte (afkoelcyclus) om ervoor te zorgen
dat de temperatuur van de artikelen daalt om kreuken te voorkomen.
Anti-kreuk: Indien het wasgoed aan het einde van de droogcyclus niet uit de trommel wordt
verwijderd, treedt gedurende maximaal 15 minuten (door de optie "Anti-kreuk" te kiezen, kan
deze tijd met maximaal 12 uur worden verlengd).
De trommel draait om te voorkomen dat het wasgoed kreukt.
Einde: Neem het wasgoed uit de wasdroger.
De droogcyclus is voltooid en de anti-kreukfase is bereikt (actief).
Zet de programmakeuzeknop op "Off" ("O").
1