Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Condensreservoir plaatsen
• Zorg dat de vlotter correct is geplaatst in het
condensreservoir.
• Controleer of het condensreservoir leeg is en correct is
geplaatst.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
gezekerd stopcontact.
Info
De LED's op het bedieningspaneel branden bij het
aansluiten van het netsnoer kort rood, resp. groen.

Bediening

Opmerkingen:
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
Bedieningselementen
12
13
14
15
40%
Nr. Aanduiding
12 Indicatie
Condensreservoir vol
13 Indicatie Automatische
ontdooiing
14 Indicatie Continubedrijf Brandt in de bedrijfsmodus
15 Indicatie Relatieve
ruimteluchtvochtigheid
40%
16 Indicatie Relatieve
ruimteluchtvochtigheid
50%
17 Indicatie Relatieve
ruimteluchtvochtigheid
60%
NL
16
17
18
19
50%
60%
Betekenis
Wordt bij vol of niet correct
geplaatst condensreservoir
weergegeven
Wordt weergegeven tijdens
automatisch ontdooien
Knippert als een fout is
opgetreden bij het apparaat
Continubedrijf
Brandt in de bedrijfsmodus
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 40 %)
Brandt in de bedrijfsmodus
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 50 %)
Brandt in de bedrijfsmodus
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 60 %)
Nr. Aanduiding
18 Toets Bedrijfsmodi
19 Toets Aan/uit
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in hoofdstuk inbedrijfstelling is
beschreven, klaar voor gebruik is opgesteld, kan het worden
ingeschakeld.
1. Druk op de toets Aan/uit (19).
Bedrijfsmodi instellen
Gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid instellen
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op elk
moment worden voorgeselecteerd.
1. Druk op de toets Bedrijfsmodi (18), voor het instellen van
de gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid. Het
instelbereik omvat 40%, 50% en 60%.
Ontvochtiging
Het apparaat draait tot het bereiken van de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid. Wordt de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid overschreden, schakelen compressor en
ventilator weer in.
De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid kan op elk
moment worden ingesteld, het instelbereik omvat 40 % en
50 % en 60 %.
1. Druk op de toets Bedrijfsmodi (18), tot de gewenste
relatieve ruimteluchtvochtigheid wordt weergegeven.
ð De indicatie voor de gewenste relatieve
ruimteluchtvochtigheid (15, 16, 17) brandt.
ð De gewenste relatieve ruimteluchtvochtigheid is
geselecteerd.
Continubedrijf
Het apparaat ontvochtigt de lucht continu en onafhankelijk van
de relatieve ruimteluchtvochtigheid.
De gewenste relatieve luchtvochtigheid kan in deze
bedrijfsmodus niet worden ingesteld.
1. Druk op de toets Bedrijfsmodi (18), tot de indicatie
Continubedrijf (14) brandt.
ð De bedrijfsmodus Continubedrijf (14) is geselecteerd.
Info
In continubedrijf kan de condensafvoerslang worden
aangesloten, om het ontstane condens continu af te
voeren.
luchtontvochtiger TTK 28 E
Betekenis
Keuzetoets voor bedrijfsmodi:
Continubedrijf
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 40 %)
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 50 %)
Ontvochtiging (relatieve
ruimteluchtvochtigheid 60 %)
Apparaat in- of uitschakelen
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave