U kunt de meting op elk moment afbreken door op de
-toets te drukken.
•
_ wordt weergegeven wanneer de meting niet juist kon
worden uitgevoerd.
Lees het hoofdstuk "Foutmeldingen/storingen verhelpen"
in deze gebruiksaanwijzing en herhaal de meting.
• Het meetresultaat wordt automatisch opgeslagen.
Resultaten beoordelen
Hartritmestoornissen:
Dit apparaat kan tijdens het meten eventuele storingen van
het hartritme identificeren. Indien dergelijke storingen wor-
den vastgesteld, wordt dit na de meting met het symbool
weergegeven.
Dit kan een indicator voor een aritmie zijn. Aritmie is een
aandoening waarbij het hartritme abnormaal is vanwege
storingen in het bio-elektrische systeem dat de hartslag
stuurt. De symptomen (overslaande of voortijdige hartsla-
gen, langzame of te snelle pols) kunnen o.a. worden ver-
oorzaakt door hartaandoeningen, ouderdom, lichamelijke
aanleg, overmatig gebruik van genotmiddelen, stress of
slaapgebrek. Aritmie kan uitsluitend worden vastgesteld
door medisch onderzoek.
Herhaal de meting als het symbool
display wordt weergegeven. Let op, u moet eerst 5 minuten
rusten en tijdens de meting niet spreken of bewegen. Indien
na de meting op de
10
het symbool
vaak wordt weergegeven, raadpleegt u uw
arts. Zelf een diagnose stellen of een behandeling starten
op basis van de meetresultaten kan gevaarlijk zijn. Volg de
aanwijzingen van uw arts op.
Classificatie van de meetresultaten:
De meetresultaten kunnen overeenkomstig de volgende
tabel geclassificeerd en beoordeeld worden.
Deze standaardwaarden mogen echter uitsluitend worden
opgevat als algemene richtlijn omdat de bloeddruk per per-
soon en ook per leeftijdsgroep kan verschillen of afwijken.
Raadpleeg daarom regelmatig uw arts. Hij of zij kan uw per-
soonlijke bloeddruk voor u meten en ook beter inschatten
wanneer bloeddrukwaarden te hoog of te laag zijn.
Het staafdiagram op het display en de schaalverdeling op
het apparaat geven aan binnen welk bereik de vastgestelde
bloeddruk zich bevindt.
Als de systolische en diastolische waarden zich in twee
verschillende gebieden bevinden (bijv. systolisch in het
gebied "hoog-normaal" en diastolisch in het gebied
"normaal"), dan geeft de grafische classificatie op het
apparaat het hoogste gebied weer; in het voorbeeld is dat
"hoog-normaal".