3. Instellingen.
09
Instellingen en afstellingen van het product mogen alleen maar worden
uitgevoerd door mensen die een passende instructie hebben gekregen
van een adviseur medische producten. Daarbij dient erop gelet te wor-
den dat er zich bij alle in- en afstellingen geen ledematen van toepasser
of gebruiker in het in- of afstelgebied bevinden, zodat de kans op letsel
wordt geminimaliseerd. Alle instellingen kunnen worden uitgevoerd met
standaardgereedschap (bijv. inbussleutel, schroevendraaier of moersleu-
tel).
3.1 Blokkeren / draaiten van de zwenkwielen
Het onderstel moet in principe door het blok-
keren van de beide achterste zwenkwielen
(A) worden geremd om onbedoeld wegrol-
len te voorkomen. Druk hiervoor met de voet
de blokkeerrem (A) naar beneden. Voor het
A
draaiten van de blokkeerrem (A) deze om-
hoog drukken.
3.2 Zithoogte
De zithoogte wordt ingesteld met behulp van
een gasdrukveer. Voor het hoger instellen
van de zithoogte wordt het voetpedaal (B)
B
C
op het basisonderstel gebruikt. Door licht te
drukken glijdt de zitunit naar boven. Men laat
de zitunit zakken door boven op het zitvlak te
drukken onder gelijktijdige bediening van het
voetpedaal. De gasdrukveer dient slechts
als ondersteuning van de hoogteverstelling.
Het voetpedaal kan met de trekspanstift (C), die u aan de binnenkant van
het voetpedaal vindt, tegen ongewilde bediening worden geborgd. Ver-
draai hiervoor de trekspanstift totdat hij vastklikt. Eventueel kunt u door
licht bewegen van het voetpedaal het vastklikken ondersteunen. De ver-
grendeling wordt ontgrendeld door de trekspanstift eruit te trekken en
deze vervolgens een kwartslag te draaien.