Om te controleren of DiskStation de nieuwe geheugencapaciteit herkent:
1 Installeer DiskStation Manager (DSM). (Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie.)
2 Meld u bij DSM aan als admin of als een gebruiker van de groep administrators.
3 Controleer het
Totaal fysiek geheugen
in
Configuratiescherm
>
Info
Center.
Herkent uw DiskStation de geheugenmodule niet of start deze niet op, controleer dan de correcte installatie van
de geheugenmodule.
Om een RAM-module te verwijderen:
1 Volg stappen 1 tot 3 in het gedeelte "Om een RAM-module te installeren" om uw DiskStation uit te schakelen,
maak de kabels los en verwijder vervolgens het bodempaneel.
2 Duw de hendels aan beide kanten van de geheugenmodule naar buiten. De module komt los uit de sleuf.
3 Houd de geheugenmodule vast bij de inkepingen en verwijder ze uit de sleuf.
4 Plaats het zijpaneel. Plaats de schroeven terug die u bij de eerste stap hebt verwijderd en schroef ze vast.
13 Hoofdstuk 2: Hardware-installatie