V
EiliGE BEdiEninG En vEiliG OndErhOud
Industriële heftrucks en voorzetapparaten
WAARSCHUWING: Bij het bedienen van en
het verrichten van onderhoud aan industriële
heftrucks met voorzetapparaten moet u
vooral aandacht besteden aan de volgende
informatie. U dient vertrouwd te zijn met al deze
onderdelen.
Algemeen vereste
Aanpassingen en toevoegingen die de capaciteit en de
veilige werking beïnvloeden, mogen niet zonder voorafgaande
schriftelijke goedkeuring van de fabrikant door de klant of
gebruiker worden doorgevoerd. De plaatjes, labels en stickers
met informatie over de capaciteit en de bediening, en met
onderhoudsinstructies, moeten dienovereenkomstig worden
vervangen.
Als de heftruck is uitgerust met voorzetapparaten die niet af-
fabriek zijn geïnstalleerd, moet de gebruiker de heftruck laten
voorzien van markeringen die de voorzetapparaten aanduiden,
alsmede het gewicht van de combinatie van heftruck en
voorzetapparaat bij de maximale hefhoogte en zijdelings
gecentreerde last.
De gebruiker moet erop letten dat alle typeplaatjes en
markeringen op hun plaats zitten en goed leesbaar blijven.
Velghedsafschermngen
Als het type last gevaar oplevert, moet de gebruiker de
vorkheftrucks uitrusten met een verticaal verlengstuk voor de
laststeunen, conform de volgende informatie.
Alle nieuwe gemotoriseerde industriële heftrucks die een
werkgever na 15 februari 1972 heeft gekocht en ingezet,
moeten voldoen aan de ontwerp- en constructie-eisen voor
gemotoriseerde industriële heftrucks die zijn vastgelegd in de
"American National Standard voor gemotoriseerde industriële
heftrucks, deel II, ANSI B56.1", met uitzondering van voertuigen
die primair bestemd zijn voor grondverzet of wegtransport.
Bestuurderstranng
Een gemotoriseerde industriële heftruck mag uitsluitend worden
bediend door hiervoor getrainde en gemachtigde chauffeurs. Er
moeten methoden worden opgesteld om chauffeurs te trainen in
het veilig gebruik van gemotoriseerde industriële heftrucks.
Heftruckgebruk
Heftrucks mogen niet in de richting rijden van personen die voor
een werkbank of een ander stationair object staan.
Niemand mag onder het geheven gedeelte van een heftruck
staan of eronder door lopen, ongeacht of de heftruck belast of
leeg is.
Niet-gemachtigd personeel mag niet op een gemotoriseerde
industriële heftruck rijden. Er moet een veilige plaats om te
rijden worden voorzien op de plaatsen waar het rijden van
heftrucks is toegestaan.
De werkgever dient te verbieden dat er armen of benen tussen
de verticale delen van de mast of buiten het gemarkeerde
werkgebied van de heftruck worden gestoken.
Als een gemotoriseerde industriële heftruck onbeheerd
wordt achtergelaten, moet de lastblokkering volledig worden
neergelaten, moeten de bedieningselementen in hun neutrale
stand worden gezet, moet de motor worden uitgeschakeld en
moeten de remmen worden aangetrokken. Als de heftruck
op een helling wordt geparkeerd, moeten de wielen worden
geblokkeerd.
Een gemotoriseerde industriële heftruck wordt als onbeheerd
beschouwd als de chauffeur zich op een afstand van 8 m (25
ft) of verder van het voertuig bevindt als hij/zij het voertuig kan
zien, of als de chauffeur het voertuig verlaten heeft en het niet
meer kan zien.
Als de chauffeur van een industriële heftruck is uitgestapt en
zich binnen een afstand van 8 m (25 ft.) van de heftruck bevindt,
en hij/zij de heftruck nog kan zien, moet de lastblokkering
volledig worden neergelaten, moeten de bedieningselementen
in hun neutrale stand worden gezet, en moeten de remmen
worden aangetrokken zodat de heftruck niet kan rollen.
684945-R4 NL
Bij gebruik op een verhoogd laaddok, een verhoogd platform
of een goederenwagon, moet een veilige afstand tot de rand
van hellingen of platforms in acht worden genomen. Heftrucks
mogen niet worden gebruikt voor het openen of sluiten van
vrachtluiken.
Indien nodig moeten er verlengstukken voor de laststeunen
worden aangebracht om te voorkomen dat de last geheel of
gedeeltelijk naar achteren valt.
Rjden
Bij kruispunten van gangpaden en als het zicht van de chauffeur
anderszins wordt belemmerd, moet de chauffeur langzamer
rijden en claxonneren. Als de verplaatste last het zicht vooruit
belemmert, moet de chauffeur achteruit rijden.
Bij het op- en afrijden van hellingen steiler dan 10%, moet de last
hellingopwaarts gericht zijn, gezien vanuit de heftruck.
Bij alle hellingen moeten de last en de lastblokkering naar
achteren worden gekanteld (indien van toepassing). Zij mogen
slechts zó ver worden geheven als nodig is om ze volledig van
de grond los te nemen.
Laden
Alleen stabiele of veilig aangebrachte lasten mogen worden
gehanteerd. Bij het hanteren van excentrische lasten die niet
kunnen worden gecentreerd, moet voorzichtigheid worden
betracht.
Er mogen alleen lasten worden gehanteerd die binnen de
nominale capaciteit van de heftruck vallen.
Lange of hoge (waaronder gestapelde) lasten mogen niet
zodanig worden bevestigd, dat deze de stabiliteit in gevaar
kunnen brengen.
Heftrucks met voorzetapparaten moeten in onbelaste toestand
als gedeeltelijk belaste heftrucks worden bediend.
Een hefvoorziening moet zo ver mogelijk onder de last worden
aangebracht; de mast moet voorzichtig naar achteren worden
gekanteld om de last te stabiliseren.
Er moet grote voorzichtigheid worden betracht bij het naar voren
of achteren kantelen van de last, vooral bij hoog gestapelde
lasten. Naar voren kantelen met geheven lastbevestiging is
uitsluitend toegestaan om een last op te pakken. Een geheven
last mag uitsluitend naar voren worden gekanteld als de last zich
op de lospositie boven een rek of stapel bevindt. Bij stapelen
mag de last slechts zó ver naar achteren worden gekanteld als
nodig is om de last te stabiliseren.
Heftruckgebruk
Als een gemotoriseerde industriële heftruck een reparatie moet
ondergaan, defect is of onveilig is, moet de heftruck buiten
gebruik worden gesteld tot deze is hersteld en weer geheel veilig
is.
Onderhoud van ndustrële heftrucks
Een gemotoriseerde industriële heftruck die niet geheel veilig
is, moet buiten gebruik worden gesteld. Alle reparaties moeten
worden uitgevoerd door erkende monteurs.
Alle onderdelen van een dergelijke industriële heftruck die
vervangen moeten worden, mogen uitsluitend worden vervangen
door onderdelen die een even grote veiligheid bieden als de
onderdelen die in het oorspronkelijke ontwerp zijn gebruikt.
Industriële heftrucks mogen niet zodanig worden aangepast, dat
de relatieve posities van de verschillende onderdelen afwijken
van de oorspronkelijke positie bij levering door de fabrikant; ook
mogen deze niet worden gewijzigd door het toevoegen van extra
onderdelen die niet zijn geleverd door de fabrikant, noch door
het verwijderen van enig onderdeel. Er mogen uitsluitend extra
contragewichten worden aangebracht op vorkheftrucks als de
fabrikant van de heftruck dit heeft goedgekeurd.
Industriële heftrucks moeten worden onderzocht voordat deze
in gebruik worden genomen, en mogen niet in gebruik worden
genomen als er bij het onderzoek sprake blijkt te zijn van enige
omstandigheid die de veiligheid van het voertuig in gevaar kan
brengen. Dergelijke onderzoeken dienen ten minste dagelijks
te worden uitgevoerd. Als industriële heftrucks 24 uur per dag
worden gebruikt, moeten zij na elke dienst worden onderzocht.
Als er een defect wordt aangetroffen, moet dit onmiddellijk
worden gemeld en verholpen.
11