Kookzones met meerdere kringen
Standaard wordt de kleinste diameter van de kookzone verwarmd.
Voor grote pannen of braadsleden kunt u ook de buitenste kring van de kook-
zone inschakelen.
Zone met dubbele kring en braadpanzone
Kookzones met drie kringen
Gebruik van een braadslede (EKE 905.2F)
Om een braadslede te verwarmen kunnen de beide, dicht naast elkaar liggen-
de kleine kookzones worden gebruikt.
De temperatuurregeling gebeurt d.m.v. de kookstandregeling voor beide kook-
zones.
Enkele tips voor de juiste pannen
Gebruik uitsluitend pannen met een vlakke en gladde bodem.
Bij gewelfde panbodems duurt het aan de kook brengen aanzienlijk langer en
wordt veel meer energie verbruikt. Ruwe panbodems maken bij het verschui-
ven krassen op het vitrokeramisch kookvlak. Let bij vaatwerk van vuurvast glas
of porcelein steeds op de richtlijnen van de fabrikant.
Kies een pandiameter die op de kookzone past.
Op die manier spaart u energie en kooktijd en vermijdt u dat de kookzone
oververhit raakt.
34
Op het kookzonesymbool naast de plus-/
min-sensoren drukken. De inschakeling
van de tweede kring wordt aangetoond
door een punt onderaan rechts in de aan-
wijzing van de kookstand.
Wanneer u opnieuw op het kookzonesym-
bool drukt, wordt de buitenste kring of de
braadpanzone weer uitgeschakeld.
Het kookzonesymbool naast de plus-/min-
sensoren aanraken. De activering van de
middelste kookzone wordt door een knip-
perende punt rechts onder in de weergave
van de kookstand aangetoond.
Het kookzonesymbool opnieuw aanraken.
De activering van de buitenste kookzone
wordt door een punt rechts onder in de
weergave van de kookstand aangetoond.
Als u het kookzonesymbool opnieuw aan-
raakt, worden beide buitenste kookzones
tezamen uitgeschakeld.
Plaats indien mogelijk steeds een deksel op de pan.
U spaart veel energie wanneer u in een gesloten pan kookt. Vloeistoffen en
gerechten koken alleen over als de temperatuur te hoog is. De temperatuur
van de kookzones kunt u nauwkeurig instellen. Met een beetje oefening is het
gemakkelijk de juiste kookstand te kiezen zodat ook met het deksel op de pan
niets meer overkookt.
De sneluitschakeling
De kinderveiligheid (sensorvergrendeling)
Met de sensorvergrendeling kan het toestel tegen onbevoegd gebruik geblok-
keerd worden. Hiervoor moet het kookveld ingeschakeld zijn.
De kinderveiligheid activeren:
De vergrendeling wordt door 3 knipperende controlelampjes aangetoond.
Opgelet: Door het uitschakelen van het kookveld wordt de vergrendeling niet
opgeheven!
De kinderveiligheid desactiveren:
Gelijktijdig,
Gelijktijdig op de sensoren onder de beide knipperende controlelampjes links
drukken.
Na ten hoogste 3 seconden op de sensor onder het knipperende contro-
lelampje rechts drukken.
Opmerking: na een onderbreking van de voedingsspanning is de kinderveilig-
heid niet meer actief.
Met de Uit-sensor kunnen alle ko-
okzones snel worden uitgescha-
keld.
Op de vergrendellingssensor druk-
ken (2 seconden).
Dan kunt u echter alleen nog de
kookstand verhogen of verlagen.
na max. 3 Sek.
EKE 605.2F / 905.2F