2.4
PC Interface
De automaat is voorzien van een interface voor een PC. Door middel van een speciale
kabel en bijbehorende software kan een PC aangesloten worden. Met deze voorziening
is het mogelijk om het gedrag van de automaat, het toestel en de verwarmingsinstallatie
over een lange periode te volgen.
2.5
Testprogramma's
In de branderautomaat is een voorziening aangebracht om het toestel in een test status
te brengen.
Door het activeren van een testprogramma zal het toestel in bedrijf komen met een vast
ventilator toerental, zonder dat de regelfuncties zullen ingrijpen.
De veiligheidsfuncties blijven wel actief.
Het testprogramma wordt beëindigd door de "+" en "-" gelijktijdig in te drukken.
Testprogramma's
Omschrijving programma
Brander aan met minimum CV
vermogen. (zie parameter 3 §7.3)
Brander aan met maximaal CV
vermogen. (zie parameter 4 §7.3)
Brander aan met maximaal WW
vermogen
Uitschakelen testprogramma
2.5.1
Vorstbeveiliging
Om bevriezing van het toestel te voorkomen is het toestel
•
voorzien van een toestelvorstbeveiliging. Als de
temperatuur van de warmtewisselaar te laag wordt,
schakelt de brander in, en gaat de pomp draaien tot de
temperatuur van de warmtewisselaar voldoende is. Als de
toestelvorstbeveiliging ingrijpt dan is code
(opwarmen wisselaar).
Als de installatie (of een deel daar van) kan bevriezen,
•
moet er op de koudste plaats een
vorstthermostaat op de retourleiding aangebracht worden.
Deze moet volgens het bedradingschema aangesloten
worden. Zie § 10.1.
Opmerking
Als het toestel buiten bedrijf is (
actief ,op een warmte vraag van een (externe) vorstthermostaat wordt echter niet gereageerd.
Intergas Verwarming BV
Toets combinaties
Display uitlezing
Service " en "-"
"L"
"service" en "+" (1x)
"h"
"service" en "+" (2x)
"H"
"+" en "-"
Actuele
bedrijfssituatie
7
(externe)
-
op het service display) is de toestelvorstbeveiliging wel
zichtbaar
7