4. Naam en functie van de pictogrammen
Om te schakelen tussen het standaardscherm en het gedetailleerd
scherm, zie
"De weergavemode selecteren"
.
op pagina 5
Voor gedetailleerde instructies over hoe u moet omschakelen tussen
de modus "Met pictogrammen" en de modus "Met pictogrammen en
tekst", raadpleegt u de uitgebreide handleiding voor de installateur.
Standard-scherm
Met pictogrammen (standaard)
7
1
28
°C
2
5
Gedetailleerd scherm
Met pictogrammen
3
1
BEDRIJFSMODUS
Geeft de huidige bedrijfsmodus aan.
Koel
Ventilat.
2
VENTILATORSNELHEID
Toont de ventilatorsnelheid die voor de airconditioner is
ingesteld.
De ventilatorsnelheid wordt niet weergegeven als de
airconditioner geen ventilatorsnelheidregelfunctie heeft.
3
BLAASRICHTING
Toont de luchtstroomrichting die voor de airconditioner is
ingesteld.
De luchtstroomrichting wordt niet weergegeven als de
airconditioner geen luchtstroomrichtingregelfunctie heeft.
Enkel weergegeven als de airconditioner in bedrijf is.
4
SCHERM TEMPERATUUR INSTELLEN/TERUGZETTEN
Als de unit ingeschakeld is, wordt de temperatuur die voor de
airconditioner werd ingesteld weergegeven.
Als de unit uitgeschakeld is en het terugzetten is tevens
uitgeschakeld,
wordt
airconditioner werd ingesteld weergegeven.
Als de unit uitgeschakeld en het terugzetten ingeschakeld is,
wordt de temperatuur die voor de terugzetfunctie werd
ingesteld weergegeven in kleinere cijfers.
5
ERROR
Geeft aan dat er waarschuwing is of een storing in de unit.
Druk op toets
(indien ingeschakeld) om de foutmelding
samen met onderhoudsinformatie weer te geven.
6
TIMER INGESCHAKELD
Geeft aan dat de weektimer of de UIT-timer ingeschakeld is.
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
3
in hoofdstuk
"12. Configuratie"
Met pictogrammen en tekst
8
7
1
Verwarmen
28
4
°C
2
5
Fout : Druk Toets Menu
Met pictogrammen en tekst
11
9
Verwarmen
4
10
3
Fout : Druk Toets Menu
Bedrijfsmodus
Warm
Auto (Warm)
Drogen
Auto (Koel)
de
temperatuur
die
7
ONDER CENTRALE CONTROLE
Geeft aan dat het systeem onder het beheer staat van een
centrale bedieningsapparatuur (optionele accessoires) en dat
het systeem niet via de gebruikersinterface bediend mag/kan
worden.
8
TERUGZETTEN
Het terugzet-pictogram knippert als de unit onder terugzet-
bediening wordt ingeschakeld.
9
KLOK (12/24 uren realtime-klok)
Geeft aan dat de klok ingesteld is.
Als de klok niet is ingesteld, zal "-- : --" op het scherm
verschijnen.
8
10 GEDETAILLEERDE SELECTIE
Wordt weergegeven wanneer de stand Gedetailleerd scherm
geselecteerd werd.
4
Standaard worden er geen gedetailleerde onderdelen
geselecteerd.
11
PROBLEEM TIMER
Geeft aan dat de klok opnieuw moet worden ingesteld.
De weektimer werkt niet zolang de klok niet opnieuw wordt
ingesteld.
11
5. Beschrijving van de bedrijfsmodi
9
4
1
VENTILATOR ALLEEN
10
In deze stand stroomt enkel lucht zonder te verwarmen of te
koelen.
2
DROGEN
In deze stand wordt de luchtvochtigheid verlaagd door de
koelstand van de airconditioner afwisselend IN en UIT te
schakelen om ervoor te zorgen dat de temperatuur zo weinig
mogelijk daalt.
De temperatuur en de snelheid van de ventilator worden nu
automatisch geregeld en kunnen dus niet met de
gebruikersinterface bijgestuurd worden.
Het drogen is inactief wanneer de kamertemperatuur te
laag is.
3
AUTOMATISCHE WERKING
In deze stand zal de gebruikersinterface in functie van het
instelpunt automatisch tussen verwarmen en koelen schakelen.
4
KOELEN
In deze stand wordt het koelen in functie van het instelpunt of
het terugzetten geactiveerd.
5
VERWARMEN
In deze stand wordt het verwarmen in functie van het instelpunt
of het terugzetten geactiveerd.
6
TERUGZETTEN
De terugzetfunctie houdt de kamertemperatuur binnen een
bepaald gebied wanneer de gebruikersinterface UIT is. Dit
gebeurt door de airconditioner die voorheen door de gebruiker,
de tijdschemafunctie of de timer UIT werd UIT-gezet, tijdelijk
opnieuw te starten.
Voorbeeld:
Indien de kamertemperatuur onder de 10°C valt, start
automatisch de verwarming. Indien de temperatuur na een
voor
de
half uur 12°C of meer stijgt, zet de gebruikersinterface zich
opnieuw in haar oorspronkelijke toestand.
Indien de kamertemperatuur hoger wordt dan 35°C, start
automatisch het koelen. Indien de temperatuur na een half
uur tot 33°C of nog lager zakt, zet de gebruikersinterface zich
opnieuw in haar oorspronkelijke toestand.
Het differentiaal kan in het terugzetmenu bijgesteld worden. De
terugzettemperatuur kan terwijl de unit UIT is, op het
basisscherm of in het schema worden ingesteld.
De status van het terugzetten (in- of uitgeschakeld) kan in de
energiebesparende opties gezien worden.
BRC073A1
Bedrade gebruikersinterface
4P392190-1 – 2014.11