1.2. Batterijpakket opladen
1. Sluit de lader aan op de
netspanning. Het groene
indicatielampje gaat branden.
2. Sluit de stekker van de lader (A)
aan op het contactpunt (B).
3. Wacht tot het batterijpakket is
opgeladen en vijf LED's
branden.
4. Druk op de knop (C) om de
vullingsgraad van het
batterijpakket te controleren als
deze niet is ingeschakeld.
Zorg ervoor dat het batterijpakket binnen de temperatuurgrenzen
blijft (zie tabel). Buiten de temperatuurgrenzen werkt het laden of
de trapbekrachtiging niet. De laatste LED knippert dan en de
lader maakt geen geluid. Het opladen wordt hervat als de
temperatuur binnen de temperatuurgrenzen komt.
Status
Tijdens opladen
Tijdens gebruik
Min. (°C)
-10
-15
5
A
B
C
E
Max. (°C)
+45
+55
F