3.
Verwijder de borgpennen waarmee de voorste
maaihoogtepennen zijn bevestigd en plaats ze in
de gewenste instelling, zoals wordt aangegeven
op de voorste maaihoogteplaat.
4.
Plaats de lat op de voorste en achterste rollers en
stel de schroeven van de steun van de voorste
roller af totdat de onderkant van de schroefkop
contact maakt met de snijrand van de snijplaat
(Fig. 7). Dit moet u doen aan beide uiteinden van
de messenkooi. Zorg ervoor dat de rollers vrij
zijn van rommel en/of dat het oppervlak van de
roller niet is vervormd.
5.
Draai de bevestigingsmoeren van de
rollerbeugels vast.
6.
Plaats de maaieenheid op een vlakke oppervlak
en controleer of de voorste en achterste rollers
contact maken met de oppervlak. Duw de
tegenovergestelde hoeken van de maaieenheid om
beurten naar beneden. De mate van de toegelaten
speling onder elk uiteinde van de roller is
afhankelijk van de toestand van het gazon
(gevoeligheid voor ontbreken van parallelliteit).
In het algemeen zal het gazon bij een speling van
0,25 tot 0,50 mm na het maaien een aanvaardbaar
uiterlijk hebben. Als de speling onder een uiteinde
van een roller te groot is, moet u de voorste en
achterste rollers opnieuw horizontaal stellen.
Maaihoogte wijzigen
Deze procedure beschrijft hoe u de maaihoogte kunt
wijzigen nadat de maaieenheid is gemonteerd volgens
de instructies in Montage, blz. 3. De maaihoogte kan
worden gewijzigd terwijl de maaieenheid is vastge-
koppeld aan of losgekoppeld van de tractie-eenheid.
Positie van de voorste roller
veranderen
Opmerking: als de positie van de voorste roller niet
hoeft te worden veranderd, zoals wordt aangegeven op
de maaihoogteplaten, gaat u verder naar Positie van de
achterste roller veranderen, blz. 7.
1.
Draai de moer los waarmee beide beugels van de
voorste roller zijn bevestigd aan de voorste
hoekbeugels.
2.
Verwijder de borgpennen waarmee de voorste
maaihoogtepennen zijn bevestigd en plaats ze in
de gewenste instelling, zoals wordt aangegeven
op de voorste maaihoogteplaat.
Afstelling van contact tussen
snijplaat en messenkooi
controleren
Als de meskooien zijn gemonteerd op de tractie-
eenheid, moet u controleren of de maaieenheid een
stuk krantenpapier van een bepaalde dikte (papier
verticaal t.o.v. de snijplaat gelegd) over de hele lengte
afsnijdt (Fig. 8).
3.
Draai de moer vast waarmee één beugel van de
voorste roller is bevestigd aan de hoekbeugel.
Plaats aan ditzelfde uiteinde van de maaiheid de
meetlat op de voorste en achterste rollers en stel
de schroef op de meetlat af totdat de onderkant
van de schroef contact maakt met de snijrand van
de snijplaat.
4.
Plaats de meetlat op het andere uiteinde van de
messenkooi en stel de schroef van de steun van
de roller, op de messenkooi, af totdat de
onderkant van de schroefkop, op de meetlat,
contact maakt met de snijrand van de snijplaat.
5.
Draai de moer vast waarmee de beugel van de
voorste roller is bevestigd aan de hoekbeugel.
Positie van de achterste roller
veranderen
1.
Plaats de kop van de schroef op de gewenste
maaihoogte op de meetlat. Dit is de afstand van
de lat tot de onderkant van de kop van de schroef.
7
Figuur 8