Inhoudsopgave
Advertenties
6.2
Zaaglint spannen
Let op! Na langere stilstand moet het zaaglint (14) van het gereedschap worden ontspannen.
Controleer daarom voor het inschakelen de zaaglintspanning.
Draai eerst de contramoer (11) van de instelbout (12) voor de bovenste zaaglintrol (17) los
(Fig. 8).
Draai de spanbout (13) voor het spannen van het zaaglint met de wijzers van de klok mee
(Fig. 9).
De correcte spanning van het zaaglint (14) bepaalt u door tegen het zaaglint (14) te duwen,
ongeveer in het midden van beide zaaglintrollen.
Het zaaglint (14) mag zich maar 1 2 mm laten wegdrukken (Fig. 10).
Let op! Bij te hoge spanning kan het zaaglint (14) scheuren. Risico op persoonlijk letsel -
Bij te lage spanning kan de zaaglintrol (17) doordraaien.
Het zaaglint (14) blijft stil staan.
Haal de contramoer (11) voor de bovenste zaaglintrol (17) weer aan (Fig. 8).
6.3
Zaaglint afstellen
Let op! Voordat u afstellingen aan het zaaglint(14) uitvoert, moet dit correct gespannen zijn.
Open het linker zijdeksel (15) door de schroeven los te draaien (16).
Draai de contramoer (11) van de bovenste zaaglintrol (17) los (Fig. 8).
Draai de bovenste zaaglintrol (17) met de wijzers van de klok mee (Fig. 11). Het zaaglint
(14) moet midden op de zaaglintrol (17) (18) lopen (Fig. 12).
Wanneer dit niet het geval is, moet de kantelhoek van de bovenste zaaglintrol (17)
gecorrigeerd worden.
Wanneer
het
zaaglint(14)
machinebehuizing (2)) toeloopt, draai dan de afstelschroef (12) tegen de wijzers van de klok in.
Draai hierbij de zaaglintrol (17) continu, langzaam met de wijzers van de klok mee, om de
positie van het de zaaglint (14) te controleren.
Wanneer het zaaglint(14) naar de voorkant van de zaaglintrol (17) toeloopt, draai dan de
afstelschroef (12) met de wijzers van de klok mee. Draai hierbij de zaaglintrol (17) continu,
langzaam met de wijzers van de klok mee, om de positie van het de zaaglint (14) te
controleren.
Controleer na het instellen van de bovenste zaaglintrol (17) de onderste zaaglintrol (18). Het
zaaglint (14) moet ook hierbij midden op de zaaglintrol (18) lopen. Wanneer dit niet het geval
is, moet u de bovenste zaaglintrol (17) opnieuw corrigeren.
Let erop dat verstellen van de bovenste zaaglintrol (17) pas na enkele omwentelingen
uitwerking heeft op de onderste rol (18).
Haal de contramoer (11) van de bovenste zaaglintrol (17) weer aan (Fig. 8).
Sluit het linker zijdeksel (15) en draai de schroeven (16) vast.
6.4
Zaaglintgeleiding instellen
Let op! De steunlagers en geleidelagers moeten elke keer nadat het zaaglint vervangen is,
opnieuw worden afgesteld.
6.4.1
Afstellen van het bovenste steunen geleidelager
Open het linker zijdeksel (15) door de schroeven los te draaien (16).
Verwijder de bovenste voorste zaaglintbescherming (24) door de kruiskopschroeven (Fig.
13) los te draaien.
Draai de inbusbouten (A) (Fig. ) los (Fig. 14).
Verschuif het geleidelager (19) zo, dat het zaaglint (14) zich in het midden van het voorste
en achterste lager bevindt (Fig. 15).
Haal de inbusbouten (A) (Fig. ) aan (Fig. 14).
Open nu met een inbussleutel de bout van het bovenste steunlager (20)(A) (Fig. 15).
Verschuif het steunlager (20) zover, tot dit zich ca. 1 mm achter het zaaglint (14) bevindt.
Copyright © 2017 VARO
POWX180
naar
de
achterkant
P a g e
van
de
zaaglintrol
| 7
NL
(17)
(richting
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
