moet het apparaat aan de hand van het goedgekeurde document (A.D.) 1.21 op veilige werking
worden gecontroleerd en moeten de noodzakelijke maatregelen worden getroffen. De optionele
buitenluchttoevoerkit kan hierbij helpen.
4.1.4. Reinigen en schoorsteen vegen
Het apparaat, het rookkanaal en de schoorsteen moeten tijdens het gebruik en in het
bijzonder na een periode waarin de kachel niet werd gebruikt (bijv. na de zomer)
regelmatig zowel van binnen als van buiten worden schoongemaakt en gecontroleerd.
Breng het schot minimaal één keer per week omlaag om op ophoping van roet of losse delen
aan de bovenkant van het rookkanaal te controleren. Verwijder het schot en controleer
regelmatig of de ring en connector van het rookkanaal schoon zijn. De schoorsteen- en
rookkanaalconnector moet minimaal één keer per jaar worden geveegd. Vaker bij het gebruik
van roetachtige brandstoffen of vochtig hout. De schoorsteen of het rookkanaal kunnen
doorgaans door het apparaat worden geveegd. Een veegborstel met middendraad en
geleidewiel wordt aanbevolen. Eventuele losse, gebroken of lekkende voegen of pijpen
MOETEN onmiddellijk worden gerepareerd.
4.1.5. Brandstoffen
Gebruik uitsluitend aanbevolen brandstoffen, namelijk gedroogde (al dan niet in een oven)
houtblokken of rookloze briketten. Het apparaat kan beschadigd raken door het verbranden van
petroleumcokes, vloeibare brandstoffen of algemeen afval en uw garantie kan hierdoor ongeldig
worden verklaard en u riskeert uw persoonlijke veiligheid. Het apparaat mag niet als
afvalverbrander worden gebruikt.
4.1.6. Onderhoud
Jaarlijkse controle en onderhoud van het apparaat en het rookkanaal door een competente
monteur wordt aanbevolen.
4.1.7. Ventilatie
Voldoende ventilatie is ESSENTIEEL voor de veilige en efficiënte werking van een apparaat dat
vaste brandstoffen of hout stookt. Er MOET in ventilatie worden voorzien, als dat noodzakelijk is
door de uitvoer van de kachel of als het rookkanaal de lucht niet voldoende afvoert. Houd alle
ventilatie, inclusief de directe aansluiting op de buitenlucht, indien gebruikt, vrij van
blokkeringen. Zie VENTILATIUE in het hoofdstuk INSTALLATIE-INFORMATIE.
Voorzorgsmaatregelen betreffende gezondheid en veiligheid
4.2.
Er moet bij het installeren van deze kachel speciaal voor worden gezorgd dat aan alle
vereisten van de wet op Gezondheid en veiligheid op het werk wordt voldaan.
4.2.1. Hantering
Er moeten voldoende faciliteiten beschikbaar zijn om de kachel te lossen en op locatie te
hanteren. Kachels zijn zwaar, dus vraag altijd om hulp bij het optillen en plaatsen ervan. Zie de
Technische gegevens voor de gewichten.
4.2.2. Brandcement
Bepaalde soorten brandcement zijn bijtend en mogen niet in contact komen met de huid. Als er
wel contact met de huid plaatsvindt, wast u de huid onmiddellijk met veel water.
4.2.3. Asbest
Deze kachel bevat geen asbest. Als er een mogelijkheid bestaat dat er in de loop van de
installatie asbest wordt verstoord, vraagt u om gespecialiseerde begeleiding en gebruikt u
gepaste beschermingsuitrusting.
4.2.4. Metalen onderdelen
Tijdens het installeren of onderhouden van deze kachel moet er goed voor worden gezorgd dat
de mogelijkheid van persoonlijk letsel wordt vermeden. Letsel kan bijvoorbeeld worden
veroorzaakt door het gewicht van een onderdeel, scherpe onderdelen of beklemming en deze
risico's moeten worden geïdentificeerd en geminimaliseerd.
7
HERITAGE HPV Purevision Vrijstaand
Uitgave 02 07/20