▶ Bestel uw reserveonderdelen aan de hand van de onderde-
lencatalogus voor de verwarming.
▶ Vervang gedemonteerde verbindingen en O-ringen door
nieuwe.
▶ Gebruik alleen de onderstaande smeermiddelen:
– Hydraulische onderdelen: Unisilikon L 641 (8 709 918
413)
– Schroefdraadverbindingen: HFt 1 v 5 (8 709 918 010)
7.1
Periodieke onderhoudswerkzaamheden
Functiecontroles
▶ Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen, regel- en con-
trole-elementen correct functioneren.
Warmtewisselaar
▶ Inspecteer de warmtewisselaar.
▶ Bij vervuiling:
– Verwijder de warmtewisselaar en neem deze uit de be-
grenzer.
– Reinig de kamer met een hogedrukreiniger.
▶ In geval van vervuiling: week de platen in heet water met
een reinigingsmiddel en reinig ze dan zorgvuldig.
▶ Indien noodzakelijk: kalkaanslag binnenin de warmtewisse-
laar en van de aansluitleidingen verwijderen door gebruik
te maken van een ontkalkingsmiddel.
▶ Zet de warmtewisselaar weer in elkaar met behulp van
nieuwe schroeven.
▶ Monteer de begrenzer op de steun.
Brander
▶ Inspecteer de brander jaarlijks en reinig deze indien nodig.
▶ Bij extreme vervuiling (vet, roet): de brander demonteren
en in heet water met een reinigingsmiddel laten weken,
daarna zorgvuldig schoonmaken.
Waterfilter
▶ Vervang het waterfilter in de aanvoer van de waterkraan.
Waakvlam en hoofdbrander
▶ Verwijder en reinig de waakvlambrander.
▶ Verwijder en reinig de waakvlaminjector.
WAARSCHUWING:
De geiser mag niet worden opgestart, indien
het waterfilter nog niet correct is gemon-
teerd.
7.2
Opstarten na onderhoud
▶ Open alle aansluitingen. Controleer of er nergens gas lekt.
▶ Zie ook het hoofstukap 6 en/of hoofdstuk 7.
7.3
Geiser reinigen
Ga bij gevaar voor bevriezing als volgt te werk:
▶ Verwijder de borgbeugel van de draadbussen (Afb. 13,
[pos.1]).
▶ Verwijder de draadbussen (Afb. 13, [pos. 2]) van de wa-
terkranen.
▶ Tap al het water uit de geiser af.
Afb. 13
Reinigen
[1] Borgbeugel
[2] Draadbussen
7.4
Rookgasbeveiliging
GEVAAR:
De rookgasbeveiliging mag onder geen en-
kele voorwaarde worden uitgeschakeld, ge-
simuleerd of worden vervangen door een
ander onderdeel.
Bediening en voorzorgsmaatregelen
De rookgasbeveiliging controleert de doeltreffendheid van de
rookgasafscheiding via het rookgas. Indien dit ontoereikend is,
schakelt de geiser automatisch uit, zodat de verbrandingsdam-
pen niet in het vertrekt terechtkomen waarin de geiser is geïn-
stalleerd. De rookgasbeveiliging wordt na een afkoelperiode
gereset.
Als de geiser tijdens de werking uitschakelt:
▶ het vertrek ventileren.
▶ wacht ongeveer 10 minuten en start de geiser dan op-
nieuw.
Als het probleem blijft bestaan, een monteur bellen.
GEVAAR:
De gebruiker mag in geen geval veranderin-
gen aan de geiser aanbrengen.
Onderhoud | 13
6 720 608 663 (2015/04)