11
De kabels mogen niet los op het dak liggen, dat
brengt een te groot risico voor schade en slijtage met
zich mee.
Wij adviseren de kabels door een pijp of kabelgoot
te voeren en deze met klemmen vast te schroeven
op stenen of tegels die u los op uw dak legt. Schroef
nooit in het dak zelf!
Aansluiten kabels
Zonnepanelen doorkoppelen:
De zonnepanelen dienen onderling verbonden te
worden (serie-schakeling). Hierbij wordt een kabeleind
van het ene paneel verbonden met een kabeleind van
het andere paneel. U kunt dit niet verkeerd aanslui-
ten; de connectoren passen maar op één manier in
elkaar.
Afhankelijk van de wijze waarop u de panelen plaatst,
zult u één of meerdere extensie kabels nodig hebben.
versie BdZ 4.0 okt 2007
aansluiting voor verlengkabels (5m)
12
Voer de kabels over de rand van het dak naar bene-
den en boor een gat in de muur waar u de kabels
doorheen voert. Breng eerst een kunststof pijpje in
het gat aan. U kunt de kabels ook via een raam of een
rooster naar binnen voeren. Breng PUR-schuim of kit
aan om lekkage te voorkomen.
Let op!:
Boor niet door het dak; dit brengt onherstelbare lek-
kage-schade met zich mee.
Laat de stekkers aan de kabels zitten. Deze kunnen
alleen met een speciale tang vastgemaakt worden.
Opmerking:
Wanneer u de ConSoles allen achter elkaar in een
'treintje' plaatst, heeft u de extra extensiekabels van
2 meter nodig, om de panelen onderling door te kop-
pelen (de standaard kabel-einden aan de panelen zijn
hiervoor te kort). Deze worden standaard meegele-
verd.
Verlengkabels (5 meter):
Nadat u alle panelen doorverbonden hebt, sluit u de
verlengkabel (plus) en de verlengkabel (min) aan
op de overgebleven kabel-einden. De verlengka-
bels worden tot slot op de omvormer aangesloten.
Raadpleeg daarvoor de installatiehandleiding van de
omvormer.
extensiekabel (3m)
Hierboven ziet u een voorbeeld van veel voorkomende
configuratie met de daarbij behorende kabelaanslui-
tingen.
4