NEDERLANDS
NL
5.3 Leidinginstallatie
HKV2013A-AFC-IM-DE-W-NL-02-2019-Rev1 | Art. nr. 10081574
De leiding van kunststof, koper of meerlaags composiet haaks
afzagen en ontbramen / kalibreren. De klemringmoer over de
pijp schuiven.
De klemring op de leiding duwen en de slangtule / steunhuls
aanbrengen.
De voorgeassembleerde leiding met de conus tot de aanslag
in de conusaansluiting duwen.
De klemringmoer met de hand aandraaien en daarbij de leiding
van kunststof, koper of meerlaags composiet tot de aanslag
omhoog duwen.
De uitlaatschroefverbinding met een steeksleutel (maat:
24 mm) tegenhouden en de klemringmoer aandraaien met
behulp van een steeksleutel (maat 30 mm; aandraaimoment:
ca. 25-30 Nm).
Het maximale aandraaimoment mag de in de montagevoor-
schriften van de gebruikte klemkoppeling aangegeven waar-
den niet overschrijden.
7