Actuator 1061 F en G
Juni 2017
2. Verwijder het toegangsdeksel (item 72). Verwijder ook de machineschroeven (item 73), indien aanwezig.
Opmerking
Het deksel (item 34) ondersteunt het buitenuiteinde van de klepas en mag bij het afstellen van de aandrijver niet worden
verwijderd.
3. Laat de aandrijver een slag doorlopen totdat u de onderste zeskantmoer (item 11) via de toegangsopening kunt bereiken. Draai
de zeskantmoer los.
4. Laat de aandrijver een slag doorlopen totdat u de bovenste zeskantmoer (item 71) met linkse schroefdraad via de
toegangsopening kunt bereiken. Draai de zeskantmoer los.
5. Doe nu een van de volgende dingen:
a. Neerdrukken-om-te-sluiten (uitschuivende zuigerspindel sluit de klep): Laat de aandrijver langzaam zijn slag maken totdat de
onderste slagbegrenzer bereikt is. Raadpleeg de instructiehandleiding van de betreffende klep om de gesloten positie van de
klep te bepalen. Verstel de spanschroef (item 70) tot de klep in de sluitstand staat. Borg deze afstelling met de zeskantmoer
met linkse schroefdraad (item 71). Laat de aandrijver een slag maken tot aan de bovenste slagbegrenzer en draai de
onderste zeskantmoer (item 11) aan. Controleer hoever de zeskantmoer is vastgeschroefd. De moer moet ten minste zover
als de schroefdraaddiameter aangedraaid zijn. Draai de onderste zeskantmoer (item 11) aan volgens de momentwaarden in
tabel 3.
b. Neerdrukken-om-te-openen (uitschuivende zuigerspindel opent de klep): Laat de aandrijver langzaam zijn slag maken totdat
de bovenste slagbegrenzer bereikt is. Raadpleeg de instructiehandleiding van de betreffende klep om de gesloten positie
van de klep te bepalen. Controleer de kleppositie. Laat de aandrijver een slag doorlopen totdat u de spanschroef (item 70)
via de toegangsopening kunt bereiken. Stel de verbinding af. Laat de aandrijver nogmaals zijn slag maken totdat de bovenste
slagbegrenzer bereikt is en controleer de nieuwe afstelling. Zet deze procedure voort totdat de klep in de sluitstand staat
wanneer de aandrijverzuiger tegen de bovenste slagbegrenzer rust. Controleer hoever de zeskantmoer is vastgeschroefd. De
moer moet ten minste zover als de schroefdraaddiameter aangedraaid zijn. Draai de onderste zeskantmoer (item 11) aan
volgens de momentwaarden in tabel 3.
6. Breng het toegangsdeksel (item 72) weer aan.
7. Draai de zelftappende schroeven (item 39) los en stel de slagindicator (item 38) bij. Draai de zelftappende schroeven weer aan.
LET OP
Bij gebruik van een handwielaandrijver kan de klepasvertanding beschadigd raken als de klepas met de handmatige
aandrijver te sterk wordt aangedraaid terwijl de 1061 bekrachtigde aandrijver aan een einde van zijn slag is. Om de klepas
te beschermen, moet u de afstelprocedure van de slagbegrenzer verrichten die beschreven staat in de afzonderlijke
instructiehandleiding van de handwielaandrijver.
Onderhoud
De aandrijveronderdelen zijn onderhevig aan normale slijtage en moeten geïnspecteerd en naar behoefte vervangen worden. De
frequentie van inspectie en vervanging hangt af van de aard van de bedrijfsomstandigheden. Hieronder volgen instructies voor het
demonteren en vervangen van onderdelen.
WAARSCHUWING
Vermijd persoonlijk letsel en schade aan eigendommen als gevolg van plotseling vrijkomen van procesdruk of een
ongecontroleerde beweging van onderdelen. Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert:
D Verwijder de aandrijver niet van de klep terwijl de klep nog onder druk staat.
10
Instructiehandleiding
D100324X0NL