Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATIE-HANDLEIDING
Bandenschaar (snelservice)
hefbruggen
6. AANSLUITEN OP HET
ELEKTRISCH NET
WAARSCHUWING
De volgende handelingen mogen
alleen door bevoegde personen
worden uitgevoerd.
Controleer eerst de volgende punten
voordat
op
het
elektrische
aangesloten wordt:
Het elektrische systeem in de
werkplaats moet gezekerd zijn
volgens de geldende normen.
De
stroomdraden
moeten
volgende maten hebben: Bij 400 V
minimaal 2,5 mm
2
Zekering max.
16A. Bij 230V 3-Ph minimaal 4
mm
2.
De voedingskabel moet voorzien
zijn van een aardedraad en
geschikt zijn voor een vaste
aansluiting.
1.
Sluit de voedingskabel in de
bedieningskast aan volgens Fig.11
+ elektisch schema Hoofdstuk 9
2.
Zet de hoofdschakelaar(5) in de
"1" positie.
3.
Controleer de draairichting van de
motor aan de hand van de sticker
op de motor.
4.
Laat
de hefbrug stijgen tot
maximum hoogte met behulp van
de stijgknop (5 Fig. 12)
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec-vlt.nl E-mail: info@autec-vlt.nl
ASB3004
ASB3004HS
net
1 3
OPSTELLING EN VASTZETTEN VAN
de
DE HEFBRUG (Fig.13)
Controleer nogmaals of de hefbrug op
de juiste positie op de vloer is
geplaatst. Boor met behulp van een
betonboor gaten van 12 mm en 125
mm diep in de vloer. Gebruik het
grondframe als mal.
Tik de keilbouten van het type
TIKM12x100 met een hamer in de
vloer. Draai de keilbouten vast met een
momentsleutel tot 20 Nm.
Fig.11
Hefbrugcontrole:
Laat de hefbrug onbelast omhoog en
omlaag lopen en controleer:
Of de voetbeveiligingssensor juist
werkt.
Of het daalsignaal juist werkt.
7. VEILIGHEIDSCONTROLE
Na de complete installatie van de
hefbrug
is
monteur verplicht alle beveiligingen op
de hefbrug te controleren op een juiste
werking.
Autec-VLT Automotive Equipment
2
5 4
Fig. 12
Fig.13
de
verantwoordelijke
UITGAVE 09-05-2014
SCHOONMAKEN HEFBRUG (Fig.14)
De
verantwoordelijke
monteur moet er voor zorgdragen dat
de geïnstalleerde hefbrug schoon wordt
overgedragen aan de klant.
8. OPLEVERINGSRAPPORT
De betrokken installatiemonteur is na
de installatie van een hefbrug verplicht
een zogenaamd opleveringsrapport in
te vullen. Het opleveringsrapport moet
zo
nauwkeurig
mogelijk
ingevuld. Eventuele gebreken en/of
opmerkingen aan de klant worden bij
opmerkingen in het rapport beschreven.
Het rapport moet ondertekend worden
door de verantwoordelijke monteur en
de klant. De monteur levert het rapport
op het technisch bureau in. De monteur
moet er voor zorgdragen dat de
rapporten op tijd aangevuld worden in
de servicebus.
NL/TD-ASB3004(HS) 4
installatie
Fig.14
worden
Advertenties
Inhoudsopgave
