INSTALLATIE VAN DE PANELEN
REC-zonnepanelen zijn bedoeld om zonnestralen op te vangen en zijn niet geschikt voor installatie als bovenhoofdse of verticale beglazing. De aansluitdoos
op de achterkant van het paneel heeft de beschermingsgraad IP67, zodat elke oriëntatie van de panelen mogelijk is.
Panelen moeten zo worden geïnstalleerd dat er geen schaduw op de cellen valt, want dit zal het opgewekte elektrisch vermogen aanzienlijk
doen afnemen. Als het onvermijdelijk is dat op bepaalde momenten van de dag of het jaar de cellen deels in de schaduw liggen, moet dit tot
een absoluut minimum worden beperkt.
Er zijn verschillende opties om REC-zonnepanelen vast te maken, afhankelijk van het systeemontwerp. Zorg ervoor dat de montageconstructie bestand is
tegen de te verwachten wind- en sneeuwbelasting. Het montagemateriaal wordt niet meegeleverd door REC. Volg altijd de instructies en aanbevelingen van
de fabrikant van het montagemateriaal.
Verwijder alle labels of stickers die op de voorkant van de panelen zijn aangebracht en zorg dat er geen lijmresten achterblijven op het glas.
Er moet minimaal 40 mm speling zijn tussen het bovenste deel van het installatieoppervlak (bijvoorbeeld een dak) en het onderste deel van
het paneel (d.w.z. de onderkant van het moduleframe) om schade aan het paneel te vermijden en voldoende luchtcirculatie voor het koelen van
het paneel mogelijk te maken, wat bijdraagt tot betere prestaties. Het oppervlak onder de panelen moet vrij blijven van voorwerpen die het
paneel kunnen beschadigen.
RaiLsPeCifiCaties
REC-zonnepanelen worden doorgaans geïnstalleerd op een railmontagesysteem (afb. 1). Bij gebruik van montagerails moet u ervoor zorgen dat deze
evenwijdig lopen met het frame (afb. 2) of dwars op de module, onder het frame (afb. 3), en dat de rails zich direct onder de moduleklemzones bevinden
zoals getoond op de pagina's hierna.
Afb. 1: Voorbeeld van dwarsdoorsnede van rail
KLeMsPeCifiCaties
Gebruik stevige klemmen die geschikt zijn voor de geplande installatie en de verwachte systeemontwerpbelastingen.
•
De griplengte moet minimaal 40 mm zijn, de gripdiepte minimaal 5 mm (afb. 4). Het gripgebied mag niet doorlopen tot op het paneelframe en schaduw
op de cellen veroorzaken.
•
Panelen moeten worden vastgeklemd op minstens twee punten per lange zijde van het frame (minstens vier klempunten per paneel).
•
Gebruik geschikte boutverbindingen volgens de instructies van de klemmenfabrikant (afb. 5).
•
Zet de klemmen vast met het door de fabrikant aanbevolen aanhaalkoppel.
Afb. 4: Klemspecificaties: Eind- en middenklemmen
Min. griplengte:
40 mm
Min. gripdiepte: 5 mm
Muren blootgesteld aan knikbelasting: min 4 mm
In sneeuwgebieden kunnen krachten op de panelen worden uitgeoefend die de vermelde grenswaarde overschrijden, ook als de sneeuwlaag
niet zo dik lijkt. Dit kan schade aan het frame veroorzaken. Als de kans groot is dat de installatie hieraan zal worden blootgesteld, wordt extra
paneelondersteuning aanbevolen voor de onderste rij panelen.
Hebt u vragen over montagesystemen of vindt u in de installatiehandleiding geen passende instructies voor het gebruikte montagesysteem,
neem dan contact op met REC voor verdere hulp.
6
Installatiehandleiding REC - Producten met 72 cellen - IEC 61215 /61730
Rev A - 06.17
Afb. 2: Paneelmontage: Rails evenwijdig met lange zijde
Min. griplengte:
40 mm
Min. gripdiepte: 5 mm
Ref: NE-06-21
Afb. 3: Paneelmontage: Rails evenwijdig met korte zijde
Afb. 5: Frame vastklemmen op rail
Clamp
Rail