Als de afdruk van de ene markering naar de andere steeds verder van het middelpunt omlaag afwijkt, moet u
de gemeten waarde optellen bij de huidige waarde voor 'Height (Y) (Hoogte)' in het venster 'Adjust Marker
Type (Markeringsstype afstellen)' (zie Afb. 105 Het markeringstype afstellen).
Belangrijke informatie
Als MultiCards op slechts één computer worden afgesteld, moeten deze instellingen ook
beschikbaar worden gesteld aan de andere computers. Dit zal de beheerder doen. Nadere
informatie hierover vindt u in paragraaf "4.14.3 Taken die op de clients moeten worden
uitgevoerd").
5.2.6
MultiCards/MetalliCards
afdrukken
Procedure:
1 Start de M-Print® PRO software.
2 Select the required MultiCard/MetalliCard.
3 Voer de tekst in of voeg een afbeelding of
barcode in die u wilt afdrukken.
4 Plaats de MultiCard/MetalliCard of de MultiCard-
stapel.
5 Start het afdrukken via M-Print® PRO.
Het is ook mogelijk om de printopdracht op een
USB-stick op te slaan en deze stick direct in de
USB-masterpoort van de printer te steken. De
afdruktaak wordt vervolgens geselecteerd en
afgedrukt met het touchpanel via de [TEMPLATES
(sjablonen)] knop, zie paragraaf "5.3.15 Printen van
de sjablonen van de USB-stick".
1453380000/1.4/04.17
5.2.7
Instellingen voor uitharden /
verwarmingsniveau
De instellingen voor het uitharden van MultiCards
en MetalliCards verschillen en worden automatisch
toegepast.
Het is mogelijk om voor het uitharden een hogere of
lagere intensiteit in te stellen. Zie voor meer
informatie over het fijn afstellen van het
verwarmingsniveau de M-Print® PRO
gebruikershandleiding.
Controleer, na het afkoelen, elke MultiCard of
MetalliCard op de ongevoeligheid voor vlekken en
krassen.
5.2.8
Selecteren van de
afdrukkwaliteit
Het is mogelijk om de afdrukkwaliteit te bepalen. Zie
voor meer informatie over dit proces de
M-Print® PRO gebruikershandleiding.
Bediening
95