Triggerinstellingen (TRIG)
Basisprocedure voor triggerinstellingen
Hier leest u hoe u triggerinstellingen kunt maken zodat de
signalen van de drumtriggers nauwkeurig kunnen worden
verwerkt door de TM-6 PRO.
Referentie
Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt, raadpleegt u de "Data List" (PDF).
1.
Druk op de [TRIG]-knop.
Het TRIGGER SETUP-scherm verschijnt.
2.
Gebruik cursorknoppen om het menu-item
te selecteren voor de instellingen die u wilt
maken, en druk vervolgens op de [ENTER]-
knop.
Menu
Uitleg
Geef het type van elke drumtrigger
op. Deze instellingen kunnen
BANK
gezamenlijk worden opgeslagen in
een triggerbank.
Geef instellingen op zoals de
PARAM
minimale gevoeligheid (Threshold)
van de drumtrigger (P. 12).
HI-HAT
Maak hi-hat-instellingen (P. 12).
Voorkom onbedoelde triggering die
wordt veroorzaakt door de trilling
XTALK
van een andere pad (Crosstalk
Cancel (overspraak annuleren)).
Bekijk de triggerrepons en
MONITOR
geschiedenis van elke drumtrigger.
Maak instellingen voor
LOCK
triggervergrendeling (P. 11).
3.
Bewerk de instellingen van het menu dat u
hebt geselecteerd.
4.
Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop
om terug naar het KIT-scherm te gaan.
Referentie
Raadpleeg de "Referentiehandleiding" (PDF) voor meer
informatie over elk menu.
10
Het type drumtrigger opgeven
U kunt het type drumtrigger (triggertype) opgeven dat
wordt gebruikt door elke triggeringang van de triggerbank.
Triggertype
Het triggertype is een verzameling van verschillende
triggerparameters die zijn aangepast naar waarden die
geschikt zijn voor elke drumtrigger. Om de optimale
instellingen te verkrijgen voor de drumtrigger die
wordt gebruikt met elke triggeringang, geeft u het
model (triggertype) op van de drumtrigger die is
aangesloten.
Triggerbank
Een triggerbank bevat een volledige set met instellingen
voor zes triggers. U kunt acht triggerbanken maken.
Referentie
Raadpleeg de "Referentiehandleiding" (PDF) voor
meer informatie over triggerbanken.
1.
Druk op de [TRIG]-knop.
2.
Gebruik de cursorknoppen om "BANK" te
selecteren en druk op de [ENTER]-knop.
Het TRIGGER BANK-scherm verschijnt.
Triggerbanknummer, naam
Triggertype
(head)
Triggeringangsnummer, ingangstype
Bij het aansluiten van één drumtrigger op één
H&R
TRIGGER IN-aansluiting (normale instelling)
Bij het aansluiten van twee drumtriggers op
PADx2
één TRIGGER IN-aansluiting (P. 8)
Knop
[F2] (THRESHOLD)-
knop
[F3] (NAME)-knop
3.
Verplaats de cursor naar het
triggerbanknummer en gebruik de [–] [+]-
knop om een bank te selecteren.
4.
Selecteer de drumtrigger die u wilt bewerken.
U kunt ook de cursorknoppen gebruiken om dit te
selecteren.
Triggertype (rim)
Uitleg
Hiermee gaat u naar een
scherm waar u de minimale
gevoeligheid van de
drumtrigger kunt aanpassen
(P. 12).
Bewerkt de naam van de
triggerbank.